vrijdag 17 maart 2017

Wat de tijd ons brengt

In deze blogpost werk ik voor het hbo in de richting chemie vier verschillende toekomstscenario’s uit. De tegenstellingen in de scenario’s zitten aan de ene kant op offline versus online leren en aan de andere kant op maatwerk binnen het onderwijs versus one size fits all. De scenario’s beschrijven allemaal de eerste schooldag van Anna. Mijn streven daarbij is het zo beeldend mogelijk vertellen wat Anna te wachten staat in 2032. Aan het eind van ieder scenario staat een korte verantwoording, voorzien van enkele backcasting elementen. Ik wens jou als lezer veel plezier met het over de schouder meekijken met Anna.

Meegaan in de digitale massa

One size fits all – online (2032)

Maandag 30 augustus 2032, 9:00
Anna logt in met haar DIGID op de website van haar nieuwe opleiding. Vandaag start ze met haar hbo-opleiding chemie, samen met ongeveer 3500 andere studenten in Nederland. Ze opent het vooraf opgenomen introductiecollege. Axel Nobel, de directeur hbo-chemie Nederland legt daarin uit wat haar de komende vier jaar te wachten staat. Axel bespreekt de opbouw van het onderwijsprogramma, de landelijk vastgestelde (en getoetste) eisen en in welke volgorde het programma doorlopen wordt. Het eerste deel van de studie bestaat uit drie jaar theorie- en praktijkonderwijs. Het theorieonderwijs  is opgedeeld in modules en wordt aangeboden door middel van webcolleges, verzorgd door de beste docenten binnen hun vakgebied. Bij ieder webcollege zijn verwerkingsopdrachten, die studenten individueel of in groepen maken. Driemaal per jaar zijn er theorie-examens voor alle studenten tegelijk. Terwijl de examens op de computer worden afgenomen moet Anna haar webcam aanzetten, zodat vooraf via een irisscan gecontroleerd wordt of zij het is die het examen maakt en tijdens het examen fraude wordt uitgesloten. Na afloop van het examen volgt meteen de uitslag. Een voldoende betekent dat je door mag naar het volgende blok, een onvoldoende betekent dat je opnieuw moet beginnen met het blok. “Denk hier niet te licht over” maant Axel, “Two strike is out: als je voor de tweede keer een blok mist, krijg je een negatief bindend studieadvies en moet je stoppen met je studie”. Naast de theorielessen, volgt iedere student ook de verplichte praktijkonderdelen. Iedere trimester staat een andere techniek in die in laboratoria gebruikt wordt centraal. Met een druk op de knop worden de praktijkdagen in de digitale agenda van Anne gepland. Deze praktijkdagen volgt ze in de laboratoria van de vroegere hbo’s in Nederland. Axel legt uit dat er voor iedere praktijkdag een theorieprogramma is dat met goed gevolg doorlopen moet worden: hierin worden de experimenten voorbereid en de achterliggende theorie begrepen. Tijdens de praktijkdagen worden experimenten uitgevoerd, onder begeleiding van een docent. Ook de praktijk wordt getoetst: ieder jaar wordt afgesloten met een praktijkdriedaagse, waarin de basisvaardigheden van dat jaar worden getoetst. “Je moet bijvoorbeeld laten zien dat je in staat bent om een nauwkeurige verdunningsreeks te maken” licht Axel toe. De praktijkdriedaagse is voorwaardelijk om door te mogen naar het volgende studiejaar. Aan het eind van de zomervakantie is er de mogelijkheid te herkansen. Na die drie jaar theorie- en praktijkonderwijs loopt iedereen een half jaar stage in het buitenland en voert in Nederland een afstudeeronderzoek uit.

Korte verantwoording en backcasting
In dit scenario speelt met technologie een grote rol. Deze maakt het bijvoorbeeld mogelijk landelijk te toetsen en de beste docenten de webcolleges te laten maken. Inspiratiebron voor dit deel is het Trendrapport 2016 “Hoe technologische trends onderwijs op maat mogelijk maken” van Surfnet. Specifiek voor mijn sector (hbo laboratoriumonderwijs) is het nodig om ook het praktijkonderwijs te integreren, vandaar de aandacht hiervoor. Verder is in dit scenario een extreme beweging gemaakt richting landelijk toetsen en specifieke, vastgestelde programma’s. De door het Domein Applied Science vastgestelde BOKS (Body of Knowledge en Skills) vormt de basis voor deze programma’s en daarmee de basis voor de toetsing. Omdat het ontwikkelen van goede toetsvragen erg arbeidsintensief is, gaan hbo-opleidingen ervoor kiezen om dit voor de BOKS zoveel mogelijk samen op te pakken. Technologie maakt het mogelijk om de toetsvragen op verschillende momenten en op verschillende locaties te gebruiken, zodat gewaarborgd kan worden dat studenten allemaal hetzelfde eindniveau halen. Hierin komt het one size fits all deel naar voren.

123 Mars!

One size fits all – offline (2032)

Maandag 30 augustus 2032, 9:03
Anna stapt in de bus. Ze moet om 10:15 op school zijn, voor de start van haar nieuwe studie, de hbo-opleiding chemie. De komende jaren zal ze 48 weken lang vijf dagen per week deze bus pakken, om aan het einde van de dag met de bus die om 20:48 bij de halte is weer -bijna- thuis te zijn. Om 10:03 loopt Anna onwennig de collegezaal binnen om een plekje te zoeken. Om 10:15 start Edwin Melis het introductiecollege door alle nieuwe studenten welkom te heten. Hij legt onder andere uit dat ze straks in klassen van 24 studenten worden ingedeeld en dat iedere klas uit drie werkgroepen bestaat. Iedere klas krijgt zijn eigen leslokaal, waar de theorievakken gegeven worden en waar aan verschillende opdrachten gewerkt wordt. Het is uiteraard verplicht iedere dag van 10:15 tot 19:15 op school te zijn, omdat het in het werkveld ook gebruikelijk is om al het werk op het werk te doen. Deze tijden zijn enerzijds gekozen om beter aan te sluiten bij het bioritme van adolescenten, waardoor betere leerprestaties mogelijk worden (Cole, 2016). Anderzijds wordt er door deze verschuiving ten opzichte van reguliere werktijden effectiever gebruikt gemaakt van de openbaar vervoersfaciliteiten in Nederland. Een eerste oproep tot deze spreiding werd in 2016 gedaan door de toenmalige directeur van de Nederlandse Spoorwegen (http://www.nu.nl/binnenland/4137241/ns-wil-scholen-lestijden-spreiden-plek-in-trein.html). De lessen vinden plaats in blokken van anderhalf uur voor de theorie en blokken van drie uur voor de practica in de diverse laboratoria. Iedere dag is er een blok van anderhalf uur ingepland voor sportactiviteiten, omdat sporten helpt om beter te kunnen leren (Hillman, Erickson, & Kramer, 2008).  Driemaal per jaar zijn er theorie-examens voor alle studenten tegelijk: deze worden afgenomen in de Jaarbeurs in Utrecht. Een voldoende betekent dat je door mag naar het volgende blok, een onvoldoende betekent dat je opnieuw moet beginnen met het blok. “Denk hier niet te licht over” waarschuwt Edwin,  “Two strike is out: als je voor de tweede keer een blok mist, krijg je een negatief bindend studieadvies en moet je stoppen met je studie”. Ook de praktijk wordt getoetst: ieder jaar wordt afgesloten met een praktijkdriedaagse, waarin de basisvaardigheden van dat jaar worden getoetst. De examinatoren zijn docenten van andere chemie-opleidingen in Nederland. “Je moet bijvoorbeeld laten zien dat je in staat bent om een nauwkeurige verdunningsreeks te maken” licht Edwin toe. De praktijkdriedaagse is voorwaardelijk om door te mogen naar het volgende studiejaar. Aan het eind van de zomervakantie is er de mogelijkheid te herkansen. Na die drie jaar theorie- en praktijkonderwijs loopt iedereen een half jaar stage in het buitenland en voert in Nederland een afstudeeronderzoek uit. Voor iedereen naar zijn eigen klaslokaal gaat om daar kennis te maken, sluit Edwin het introductiecollege af: “Ik zag nu nog een aantal studenten een laptop of tablet gebruiken. Vanaf morgen kunnen jullie deze thuis laten. In ieder leslokaal staan een aantal computers aan de randen. Deze worden gebruikt om informatie op te zoeken en om verslagen te typen. Aantekeningen in de lessen worden gemaakt met pen en papier, omdat op deze manier de informatie veel beter beklijft” (Mueller & Oppenheimer, 2014).

Korte verantwoording en backcasting
Offline leren staat voor leren in de klas, waarbij traditionele middelen als pen en papier niet worden geschuwd als blijkt dat ze effectiever zijn. Leren vindt plaats op school, zoals er gewerkt wordt op het werk. Op die manier raken studenten gewend aan een (verschoven) werkritme. De dag wordt niet begonnen met het zingen van het Wilhelmus, maar het CDA weet na de kabinetsformatie van 2017 wel zijn stempel te drukken op het onderwijs: er wordt zwaar ingezet op het samen leren als voorbereiding op het samen leven. Ook in dit scenario vindt de toetsing centraal plaats, echter zonder technologische hulpmiddelen. Vandaar de toetsing op een centrale locatie in Nederland. Extra voordeel hierbij is dat het eenvoudig is het “vreemde-ogen” principe (dat sinds de kwaliteit van toetsing op het hbo onder een vergrootglas kwam te liggen rond 2010 in zwang geraakt is)  toe te passen: de examinatoren zijn docenten van dezelfde opleidingen, maar van andere hogescholen. De opleiding heeft een duidelijke structuur die voor iedereen (landelijk gezien) hetzelfde is.

De techniek maakt het maatwerk

Tailor made – online (2032)

Maandag 30 augustus 2032, 9:00
Vandaag start Anna officieel met haar beroepsopleiding chemie, samen met ongeveer 8300 andere studenten in Nederland. Met haar DIGID logt Anna in op de website van haar nieuwe opleiding. Ze opent het vooraf opgenomen introductiecollege. Axel Nobel, de directeur beroepsopledingen chemie Nederland legt daarin uit wat haar de komende vijf jaar te wachten staat. Anna heeft recht op vijf jaar door de overheid gefinancierd beroepsonderwijs: dit is in 2018 ingevoerd door het kabinet Rutte III. In het beroepsonderwijs bepalen studenten zelf, met hulp van hun studieloopbaanbegeleider, voor welke onderdelen ze welk eindniveau willen halen en wat voor hun de beste route is. Sommige studenten stromen in vijf jaar uit op het “oude” mbo niveau 3, anderen halen een hbo+ niveau. Een klein deel van die laatste groep stroomt door naar een Universiteit om daar academische onderzoeksvaardigheden te leren. Alex legt uit dat de theorie op alle niveaus via de GSLCO (Gepersonaliseerde Studenten Leer- en Competentieadministratie Omgeving) beschikbaar is: hierbij wordt gebruik gemaakt van materiaal van uitgevers, zelfontwikkeld materiaal en materiaal van educatieve instellingen over heel de wereld. Via de GSLCO zijn ook de verschillende projecten die studenten kunnen uitvoeren te vinden. Ieder project heeft een projectleider (vaak een student in de laatste fase van de opleiding), bij wie potentiele deelnemers zich kunnen aanmelden om mee te doen aan het project. Naast het samenstellen van het projectteam is het de taak van de projectleider om de basistheorie die nodig is om het project te begrijpen en uit te voeren, te koppelen aan de leerinhouden in de GSLCO. De projectgroepen bestaan uit studenten in verschillende fases van hun opleiding en dus met een heel verschillend niveau. Bij veel projecten vindt de uitvoering van de laboratoriumexperimenten plaats bij de bedrijven die de projectaanvraag hebben ingediend. Als het project is afgerond, koppelt een examinator in de GSLCO de ontwikkelde competenties en de opgedane basiskennis aan de individuele projectleden: dit is een vorm van micocredentials toekennen, zoals beschreven in het trendrapport SURF 2016. “Door samen te werken en elkaars krachten te gebruiken bouwen jullie samen aan de toekomst en worden jullie optimaal voorbereid op jullie eerste baan. De eerste stappen zetten jullie deze week, samen met jullie studieloopbaanbegeleider. Veel succes en plezier met jullie nieuwe studie!” besluit Alex zijn introductiecollege.
In de GSLCO ziet Anna de tip staan om te beginnen met de routetoets, zodat ze op basis van de resultaten hiervan met haar studieloopbaanbegeleider kan gaan plannen wat ze de komende weken gaat doen. Uit de routetoets komt dat Anna’s chemische basiskennis up to date is en dat ze nog wat moeite heeft met het chemisch rekenen, met name op het gebied van concentraties en verdunningen. Het grootste punt is echter haar kennis van Engels. Via de GSLCO opent Anna een videoverbinding met Ahmed, haar studieloopbaanbegeleider. Hij heeft ook inzicht in de resultaten van haar routetoets en legt uit dat veel van het onderwijsmateriaal in de GSLCO Engelstalig is. Ahmed adviseert haar om de koe meteen bij de horens te vatten en in te schrijven voor een internationaal project, waarbij ze als taak het uitvoeren van de berekeningen die noodzakelijk zijn om de experimenten uit te voeren op zich neemt. Anna kan nu ook al beginnen met oefenen in het chemisch rekenen. Op basis van de zogenaamde learning analytics uit de routetoets kan de GSLCO een programma samenstellen, waarin ze op haar eigen tempo geholpen wordt. Als Anna oefent met bepaalde onderwerpen, kan ze meteen contact leggen met studenten die met hetzelfde onderwerp bezig zijn: zo kunnen ze elkaar helpen. Als ze er samen niet uitkomen, kunnen ze aan een vakdocent vragen stellen. Dit kan live als de docent beschikbaar is op dat moment, maar anders kan een korte video met de vraag worden achtergelaten, waarna de eerst beschikbare docent via de GSLCO antwoord geeft. Ahmed heeft ook gezien dat Anna graag experimenten uitvoert en op die manier beter kan begrijpen wat ze doet. Hij raadt haar aan om zich de komende weken in te schrijven voor een aantal praktijkdagdelen: zo kan ze haar chemisch rekenwerk meteen in de praktijk toetsen. In de GSLCO staan voor alle type berekeningen experimenten ter verduidelijking aangevoerd. Anna spreekt met Ahmed af dat ze in ieder geval op vrijdag weer contact hebben. En Anna mag uiteraard eerder contact opnemen als ze vragen heeft.

Korte verantwoording en backcasting
In dit scenario wordt volop gepersonaliseerd geleerd. Technieken zoals beschreven in het SURF Trendrapport 2016 (2016) maken dit mogelijk. Het onderscheidt tussen mbo en hbo is vervallen: uitgangspunt hierbij is dat het Nederlandse systeem van vroege selectie steeds meer onder druk komt te staan. Op dit moment ontstaan er al tussenvormen tussen hbo en mbo, zoals de Associate Degree. Deze trend extrapoleer ik in dit scenario.

Modern maatwerk op locatie

Tailor made – offline (2032]

Maandag 30 augustus 2032, 9:00
Na vijf jaar voortgezet onderwijs is het zo ver: Anna gaat beginnen aan haar beroepsopleiding! Ze heeft gekozen voor de opleiding chemie. Om 9:00 start docent Edwin Melis het introductiecollege voor alle nieuwe studenten en heet iedereen welkom. Hij ziet dat een aantal studenten een laptop openklappen om aantekeningen te maken en vraagt hen meteen deze op te bergen en niet meer mee te nemen. “Omdat jullie informatie beter onthouden als je het opschrijft en minder goed als je het typt (Mueller & Oppenheimer, 2014), gebruiken we hier op school alleen computers voor hele specifieke taken, zoals het uitvoeren van ingewikkelde berekeningen. Deze computers staan in de rekenzaal en je kan ze reserveren als je ze nodig hebt. Aantekeningen maken doen jullie met pen en papier”. Edwin legt uit dat het schoolgebouw open is van 7:30 tot 20:00. “Op die manier kun je studeren op een moment dat bij je bioritme van dat moment past  (Cole, 2016). Jonge studenten beginnen vaak wat later en gaan langer door, terwijl studenten die bijna afstuderen juist vroeger beginnen. Jullie werken veel samen aan projecten met studenten buiten je eigen leergroep: maak dus duidelijke afspraken wanneer je op school bent” maant hij hen. “Naast de projecten hebben we het onderwijs onderverdeeld in cursussen en trainingen. Samen met je studieloopbaanbegeleider plan je welke cursussen en trainingen je volgt: hierbij kijk je samen naar wat je op dit moment wil leren en in welk tempo je door het programma gaat”.

Na het algemene introductiecollege heeft Anna de eerste bijeenkomst met haar studieloopbaanbegeleider Quyen. In haar groep zitten nog elf andere studenten die ook dit schooljaar gestart zijn met de studie. Naast haar cijferlijst heeft Anna van haar vorige school een rapportage meegekregen over haar sterktes, zwaktes, persoonlijkheidskenmerken en haar drijfveren. Quyen vertelt dat ze op basis van deze rapportages tot studieloopbaangroep zijn samengevoegd. De groepen zo zijn samengesteld dat er juist een grote diversiteit is, zodat ze elkaar optimaal kunnen helpen bij het (leren) studeren. Anna’s ambitie nu is om in de zes jaar studiefinanciering die ze van de overheid krijgt tot masterniveau door te groeien. In haar eerste groep zitten ook studenten die hun zes jaar anders willen gebruiken blijkt tijdens de kennismaking, bijvoorbeeld door in vier jaar een bachelor-graad te halen en pas na een aantal jaren werken hun laatste twee jaar te gebruiken voor een master. Er zijn ook twee studenten die drie jaar willen studeren om tot het “oude” mbo niveau 3 te komen en dan willen gaan werken. Vandaag krijgen ze van Quyen twee opdrachten. De eerste is het maken van drie verschillende projectgroepen en het kiezen van een het eerste project dat ze gaan doen. Ze krijgen een dikke map met daarin verschillende projecten. Hulp bij het maken van de groepen krijgen ze van een derdejaarsstudent: deze kijkt met hen naar de schoolrapportages en maakt zo samen met hen een inschatting van welke combinaties goed zouden werken. De tweede opdracht is het kiezen van de cursussen en trainingen voor de eerste paar weken: deze staan allemaal in een andere dikke map. Ze krijgen allemaal een groot flipovervel waarop ze hun visualisatie van de eerste paar weken moeten tekenen. Om 16:00 moeten ze aan elkaar en aan Quyen deze visualisatie uitleggen. Anna kiest ervoor om in het begin vooral veel trainingen te volgen, zodat ze de basis van het laboratoriumwerk goed onder de knie krijgt. Met haar groepje heeft ze als project juist een heel theoretisch project gekozen over nano-technologie. Anna heeft daar veel zin in, omdat ze van dat onderwerp nog heel weinig afweet. Op haar flipover heeft Anna dan ook in het midden een groot vraagteken getekend, met aan de linkerkant allerlei laboratoriumglaswerk en aan de rechterkant veel boeken.

Om 18:07 loopt Anne vermoeid het gebouw uit. Morgen om 10:00 moet ze weer op school zijn, dan begint haar dag met de eerste praktijkles.

Korte verantwoording en backcasting
De techniek staat voor niets luidde jaren het gezegde. Maar de debacles bij bijvoorbeeld de automatisering bij de belastingdienst (https://www.nrc.nl/nieuws/2014/06/21/geflopt-ict-project-kostte-belastingdienst-ruim-200-miljoen-euro-a1424198 ) en de politie (https://www.nrc.nl/nieuws/2016/12/13/rekenkamer-geldtekort-bij-politie-dreigt-door-oude-ict-systemen-a1536422) hebben laten zien dat de praktijk weerbarstig is. Het kabinet Rutte III wil voor de ontwikkeling van Nederland tot topkenniseconomie geen risico nemen door in het onderwijs in te zetten op groteske ICT-systemen die veel geld kosten en waarvan vooralsnog dubieus is of het allemaal wel gaat werken zoals de bedoeling is. De keus wordt gemaakt om docenten verregaand te professionaliseren, zodat zij maatwerk kunnen leveren aan studenten met uiteenlopende behoeften. Doordat iedere student recht krijgt op zes jaar studie, verdwijnt de noodzaak die studenten anno 2017 nog wel hadden om een bijbaan te hebben. In de studiejaren gaan studenten zich dus volledig richten op hun studie. Op school. Vijf dagen in de week.

Literatuur

Cole, J. S. (2016). Do later wake times and increased sleep duration of 12th graders result in more studying, higher grades, and improved SAT/ACT test scores? Sleep & Breathing = Schlaf & Atmung, 20(3), 1053-1057.
Hillman, C. H., Erickson, K. I., & Kramer, A. F. (2008). Be smart, exercise your heart: Exercise effects on brain and cognition. Nature Reviews.Neuroscience, 9(1), 58-65.
Mueller, P. A., & Oppenheimer, D. M. (2014). The pen is mightier than the keyboard: Advantages of longhand over laptop note taking. Psychological Science (0956-7976), 25(6), 1159-1168.



1 opmerking:

  1. Op deze link de feedback van Ellen D op deze scenario's. Ellen is werkzaam als docent op de Universiteit van Tilburg.
    https://www.dropbox.com/s/2yfabafpe101lwk/Feedback_EllenD.docx?dl=0

    BeantwoordenVerwijderen