In deze blogpost werk ik voor het hbo in de richting chemie
vier verschillende toekomstscenario’s uit. De tegenstellingen in de scenario’s
zitten aan de ene kant op offline versus online leren en aan de andere kant op
maatwerk binnen het onderwijs versus one
size fits all. De scenario’s beschrijven allemaal de eerste schooldag van
Anna. Mijn streven daarbij is het zo beeldend mogelijk vertellen wat Anna te
wachten staat in 2032. Aan het eind van ieder scenario staat een korte
verantwoording, voorzien van enkele backcasting elementen. Ik wens jou als
lezer veel plezier met het over de schouder meekijken met Anna.
Meegaan in de digitale massa
One size fits all – online
(2032)
Maandag 30 augustus 2032, 9:00
Anna logt in met haar DIGID op de website van haar nieuwe opleiding.
Vandaag start ze met haar hbo-opleiding chemie, samen met ongeveer 3500 andere
studenten in Nederland. Ze opent het vooraf opgenomen introductiecollege. Axel
Nobel, de directeur hbo-chemie Nederland legt daarin uit wat haar de komende vier
jaar te wachten staat. Axel bespreekt de opbouw van het onderwijsprogramma, de
landelijk vastgestelde (en getoetste) eisen en in welke volgorde het programma doorlopen
wordt. Het eerste deel van de studie bestaat uit drie jaar theorie- en
praktijkonderwijs. Het theorieonderwijs
is opgedeeld in modules en wordt aangeboden door middel van webcolleges,
verzorgd door de beste docenten binnen hun vakgebied. Bij ieder webcollege zijn
verwerkingsopdrachten, die studenten individueel of in groepen maken. Driemaal
per jaar zijn er theorie-examens voor alle studenten tegelijk. Terwijl de
examens op de computer worden afgenomen moet Anna haar webcam aanzetten, zodat vooraf
via een irisscan gecontroleerd wordt of zij het is die het examen maakt en
tijdens het examen fraude wordt uitgesloten. Na afloop van het examen volgt
meteen de uitslag. Een voldoende betekent dat je door mag naar het volgende
blok, een onvoldoende betekent dat je opnieuw moet beginnen met het blok. “Denk
hier niet te licht over” maant Axel, “Two strike is out: als je voor de tweede
keer een blok mist, krijg je een negatief bindend studieadvies en moet je
stoppen met je studie”. Naast de theorielessen, volgt iedere student ook de
verplichte praktijkonderdelen. Iedere trimester staat een andere techniek in
die in laboratoria gebruikt wordt centraal. Met een druk op de knop worden de
praktijkdagen in de digitale agenda van Anne gepland. Deze praktijkdagen volgt
ze in de laboratoria van de vroegere hbo’s in Nederland. Axel legt uit dat er
voor iedere praktijkdag een theorieprogramma is dat met goed gevolg doorlopen
moet worden: hierin worden de experimenten voorbereid en de achterliggende
theorie begrepen. Tijdens de praktijkdagen worden experimenten uitgevoerd,
onder begeleiding van een docent. Ook de praktijk wordt getoetst: ieder jaar
wordt afgesloten met een praktijkdriedaagse, waarin de basisvaardigheden van
dat jaar worden getoetst. “Je moet bijvoorbeeld laten zien dat je in staat bent
om een nauwkeurige verdunningsreeks te maken” licht Axel toe. De praktijkdriedaagse
is voorwaardelijk om door te mogen naar het volgende studiejaar. Aan het eind
van de zomervakantie is er de mogelijkheid te herkansen. Na die drie jaar
theorie- en praktijkonderwijs loopt iedereen een half jaar stage in het
buitenland en voert in Nederland een afstudeeronderzoek uit.
Korte verantwoording
en backcasting
In dit scenario speelt met technologie een grote rol. Deze
maakt het bijvoorbeeld mogelijk landelijk te toetsen en de beste docenten de
webcolleges te laten maken. Inspiratiebron voor dit deel is het Trendrapport
2016 “Hoe technologische trends onderwijs op maat mogelijk maken” van Surfnet. Specifiek
voor mijn sector (hbo laboratoriumonderwijs) is het nodig om ook het
praktijkonderwijs te integreren, vandaar de aandacht hiervoor. Verder is in dit
scenario een extreme beweging gemaakt richting landelijk toetsen en specifieke,
vastgestelde programma’s. De door het Domein Applied Science vastgestelde BOKS
(Body of Knowledge en Skills) vormt de basis voor deze programma’s en daarmee
de basis voor de toetsing. Omdat het ontwikkelen van goede toetsvragen erg
arbeidsintensief is, gaan hbo-opleidingen ervoor kiezen om dit voor de BOKS
zoveel mogelijk samen op te pakken. Technologie maakt het mogelijk om de
toetsvragen op verschillende momenten en op verschillende locaties te gebruiken,
zodat gewaarborgd kan worden dat studenten allemaal hetzelfde eindniveau halen.
Hierin komt het one size fits all
deel naar voren.
123 Mars!
One size fits all –
offline (2032)
Maandag 30 augustus 2032, 9:03
Anna stapt in de bus. Ze moet om 10:15 op school zijn, voor
de start van haar nieuwe studie, de hbo-opleiding chemie. De komende jaren zal
ze 48 weken lang vijf dagen per week deze bus pakken, om aan het einde van de
dag met de bus die om 20:48 bij de halte is weer -bijna- thuis te zijn. Om
10:03 loopt Anna onwennig de collegezaal binnen om een plekje te zoeken. Om
10:15 start Edwin Melis het introductiecollege door alle nieuwe studenten
welkom te heten. Hij legt onder andere uit dat ze straks in klassen van 24
studenten worden ingedeeld en dat iedere klas uit drie werkgroepen bestaat.
Iedere klas krijgt zijn eigen leslokaal, waar de theorievakken gegeven worden
en waar aan verschillende opdrachten gewerkt wordt. Het is uiteraard verplicht
iedere dag van 10:15 tot 19:15 op school te zijn, omdat het in het werkveld ook
gebruikelijk is om al het werk op het werk te doen. Deze tijden zijn enerzijds
gekozen om beter aan te sluiten bij het bioritme van adolescenten, waardoor
betere leerprestaties mogelijk worden (Cole, 2016). Anderzijds wordt er door
deze verschuiving ten opzichte van reguliere werktijden effectiever gebruikt
gemaakt van de openbaar vervoersfaciliteiten in Nederland. Een eerste oproep
tot deze spreiding werd in 2016 gedaan door de toenmalige directeur van de
Nederlandse Spoorwegen (http://www.nu.nl/binnenland/4137241/ns-wil-scholen-lestijden-spreiden-plek-in-trein.html).
De lessen vinden plaats in blokken van anderhalf uur voor de theorie en blokken
van drie uur voor de practica in de diverse laboratoria. Iedere dag is er een
blok van anderhalf uur ingepland voor sportactiviteiten, omdat sporten helpt om
beter te kunnen leren (Hillman,
Erickson, & Kramer, 2008). Driemaal per jaar zijn er theorie-examens
voor alle studenten tegelijk: deze worden afgenomen in de Jaarbeurs in Utrecht.
Een voldoende betekent dat je door mag naar het volgende blok, een onvoldoende
betekent dat je opnieuw moet beginnen met het blok. “Denk hier niet te licht
over” waarschuwt Edwin, “Two strike is
out: als je voor de tweede keer een blok mist, krijg je een negatief bindend
studieadvies en moet je stoppen met je studie”. Ook de praktijk wordt getoetst:
ieder jaar wordt afgesloten met een praktijkdriedaagse, waarin de
basisvaardigheden van dat jaar worden getoetst. De examinatoren zijn docenten
van andere chemie-opleidingen in Nederland. “Je moet bijvoorbeeld laten zien
dat je in staat bent om een nauwkeurige verdunningsreeks te maken” licht Edwin
toe. De praktijkdriedaagse is voorwaardelijk om door te mogen naar het volgende
studiejaar. Aan het eind van de zomervakantie is er de mogelijkheid te
herkansen. Na die drie jaar theorie- en praktijkonderwijs loopt iedereen een
half jaar stage in het buitenland en voert in Nederland een afstudeeronderzoek
uit. Voor iedereen naar zijn eigen klaslokaal gaat om daar kennis te maken,
sluit Edwin het introductiecollege af: “Ik zag nu nog een aantal studenten een
laptop of tablet gebruiken. Vanaf morgen kunnen jullie deze thuis laten. In
ieder leslokaal staan een aantal computers aan de randen. Deze worden gebruikt
om informatie op te zoeken en om verslagen te typen. Aantekeningen in de lessen
worden gemaakt met pen en papier, omdat op deze manier de informatie veel beter
beklijft” (Mueller
& Oppenheimer, 2014).
Korte verantwoording en backcasting
Offline leren staat voor leren in de klas, waarbij
traditionele middelen als pen en papier niet worden geschuwd als blijkt dat ze
effectiever zijn. Leren vindt plaats op school, zoals er gewerkt wordt op het
werk. Op die manier raken studenten gewend aan een (verschoven) werkritme. De
dag wordt niet begonnen met het zingen van het Wilhelmus, maar het CDA weet na
de kabinetsformatie van 2017 wel zijn stempel te drukken op het onderwijs: er
wordt zwaar ingezet op het samen leren als voorbereiding op het samen leven. Ook
in dit scenario vindt de toetsing centraal plaats, echter zonder technologische
hulpmiddelen. Vandaar de toetsing op een centrale locatie in Nederland. Extra
voordeel hierbij is dat het eenvoudig is het “vreemde-ogen” principe (dat sinds
de kwaliteit van toetsing op het hbo onder een vergrootglas kwam te liggen rond
2010 in zwang geraakt is) toe te passen:
de examinatoren zijn docenten van dezelfde opleidingen, maar van andere
hogescholen. De opleiding heeft een duidelijke structuur die voor iedereen
(landelijk gezien) hetzelfde is.
De techniek maakt het maatwerk
Tailor made – online (2032)
Maandag 30 augustus
2032, 9:00
Vandaag start Anna officieel met haar beroepsopleiding
chemie, samen met ongeveer 8300 andere studenten in Nederland. Met haar DIGID logt
Anna in op de website van haar nieuwe opleiding. Ze opent het vooraf opgenomen
introductiecollege. Axel Nobel, de directeur beroepsopledingen chemie Nederland
legt daarin uit wat haar de komende vijf jaar te wachten staat. Anna heeft
recht op vijf jaar door de overheid gefinancierd beroepsonderwijs: dit is in
2018 ingevoerd door het kabinet Rutte III. In het beroepsonderwijs bepalen
studenten zelf, met hulp van hun studieloopbaanbegeleider, voor welke
onderdelen ze welk eindniveau willen halen en wat voor hun de beste route is. Sommige
studenten stromen in vijf jaar uit op het “oude” mbo niveau 3, anderen halen
een hbo+ niveau. Een klein deel van die laatste groep stroomt door naar een
Universiteit om daar academische onderzoeksvaardigheden te leren. Alex legt uit
dat de theorie op alle niveaus via de GSLCO (Gepersonaliseerde Studenten Leer-
en Competentieadministratie Omgeving) beschikbaar is: hierbij wordt gebruik
gemaakt van materiaal van uitgevers, zelfontwikkeld materiaal en materiaal van
educatieve instellingen over heel de wereld. Via de GSLCO zijn ook de
verschillende projecten die studenten kunnen uitvoeren te vinden. Ieder project
heeft een projectleider (vaak een student in de laatste fase van de opleiding),
bij wie potentiele deelnemers zich kunnen aanmelden om mee te doen aan het
project. Naast het samenstellen van het projectteam is het de taak van de projectleider
om de basistheorie die nodig is om het project te begrijpen en uit te voeren,
te koppelen aan de leerinhouden in de GSLCO. De projectgroepen bestaan uit studenten
in verschillende fases van hun opleiding en dus met een heel verschillend niveau.
Bij veel projecten vindt de uitvoering van de laboratoriumexperimenten plaats
bij de bedrijven die de projectaanvraag hebben ingediend. Als het project is afgerond,
koppelt een examinator in de GSLCO de ontwikkelde competenties en de opgedane
basiskennis aan de individuele projectleden: dit is een vorm van micocredentials
toekennen, zoals beschreven in het trendrapport
SURF 2016. “Door samen te werken en elkaars krachten te gebruiken bouwen
jullie samen aan de toekomst en worden jullie optimaal voorbereid op jullie
eerste baan. De eerste stappen zetten jullie deze week, samen met jullie
studieloopbaanbegeleider. Veel succes en plezier met jullie nieuwe studie!”
besluit Alex zijn introductiecollege.
In de GSLCO ziet Anna de tip staan om te beginnen met de
routetoets, zodat ze op basis van de resultaten hiervan met haar
studieloopbaanbegeleider kan gaan plannen wat ze de komende weken gaat doen.
Uit de routetoets komt dat Anna’s chemische basiskennis up to date is en dat ze
nog wat moeite heeft met het chemisch rekenen, met name op het gebied van
concentraties en verdunningen. Het grootste punt is echter haar kennis van
Engels. Via de GSLCO opent Anna een videoverbinding met Ahmed, haar
studieloopbaanbegeleider. Hij heeft ook inzicht in de resultaten van haar
routetoets en legt uit dat veel van het onderwijsmateriaal in de GSLCO
Engelstalig is. Ahmed adviseert haar om de koe meteen bij de horens te vatten
en in te schrijven voor een internationaal project, waarbij ze als taak het
uitvoeren van de berekeningen die noodzakelijk zijn om de experimenten uit te
voeren op zich neemt. Anna kan nu ook al beginnen met oefenen in het chemisch rekenen.
Op basis van de zogenaamde learning
analytics uit de routetoets kan de GSLCO een programma samenstellen, waarin
ze op haar eigen tempo geholpen wordt. Als Anna oefent met bepaalde
onderwerpen, kan ze meteen contact leggen met studenten die met hetzelfde
onderwerp bezig zijn: zo kunnen ze elkaar helpen. Als ze er samen niet
uitkomen, kunnen ze aan een vakdocent vragen stellen. Dit kan live als de
docent beschikbaar is op dat moment, maar anders kan een korte video met de
vraag worden achtergelaten, waarna de eerst beschikbare docent via de GSLCO
antwoord geeft. Ahmed heeft ook gezien dat Anna graag experimenten uitvoert en
op die manier beter kan begrijpen wat ze doet. Hij raadt haar aan om zich de
komende weken in te schrijven voor een aantal praktijkdagdelen: zo kan ze haar
chemisch rekenwerk meteen in de praktijk toetsen. In de GSLCO staan voor alle
type berekeningen experimenten ter verduidelijking aangevoerd. Anna spreekt met
Ahmed af dat ze in ieder geval op vrijdag weer contact hebben. En Anna mag
uiteraard eerder contact opnemen als ze vragen heeft.
Korte verantwoording
en backcasting
In dit scenario wordt volop gepersonaliseerd geleerd.
Technieken zoals beschreven in het SURF Trendrapport 2016 (2016) maken dit
mogelijk. Het onderscheidt tussen mbo en hbo is vervallen: uitgangspunt hierbij
is dat het Nederlandse systeem van vroege selectie steeds meer onder druk komt
te staan. Op dit moment ontstaan er al tussenvormen tussen hbo en mbo, zoals de
Associate Degree. Deze trend extrapoleer ik in dit scenario.
Modern maatwerk op locatie
Tailor made – offline (2032]
Maandag 30 augustus
2032, 9:00
Na vijf jaar voortgezet onderwijs is het zo ver: Anna gaat
beginnen aan haar beroepsopleiding! Ze heeft gekozen voor de opleiding chemie. Om
9:00 start docent Edwin Melis het introductiecollege voor alle nieuwe studenten
en heet iedereen welkom. Hij ziet dat een aantal studenten een laptop openklappen
om aantekeningen te maken en vraagt hen meteen deze op te bergen en niet meer
mee te nemen. “Omdat jullie informatie beter onthouden als je het opschrijft en
minder goed als je het typt (Mueller &
Oppenheimer, 2014),
gebruiken we hier op school alleen computers voor hele specifieke taken, zoals
het uitvoeren van ingewikkelde berekeningen. Deze computers staan in de
rekenzaal en je kan ze reserveren als je ze nodig hebt. Aantekeningen maken
doen jullie met pen en papier”. Edwin legt uit dat het schoolgebouw open is van
7:30 tot 20:00. “Op die manier kun je studeren op een moment dat bij je bioritme
van dat moment past (Cole,
2016). Jonge studenten beginnen vaak wat later en gaan langer door,
terwijl studenten die bijna afstuderen juist vroeger beginnen. Jullie werken
veel samen aan projecten met studenten buiten je eigen leergroep: maak dus
duidelijke afspraken wanneer je op school bent” maant hij hen. “Naast de
projecten hebben we het onderwijs onderverdeeld in cursussen en trainingen.
Samen met je studieloopbaanbegeleider plan je welke cursussen en trainingen je
volgt: hierbij kijk je samen naar wat je op dit moment wil leren en in welk tempo
je door het programma gaat”.
Na het algemene introductiecollege heeft Anna de eerste bijeenkomst met haar studieloopbaanbegeleider Quyen. In haar groep zitten nog elf andere studenten die ook dit schooljaar gestart zijn met de studie. Naast haar cijferlijst heeft Anna van haar vorige school een rapportage meegekregen over haar sterktes, zwaktes, persoonlijkheidskenmerken en haar drijfveren. Quyen vertelt dat ze op basis van deze rapportages tot studieloopbaangroep zijn samengevoegd. De groepen zo zijn samengesteld dat er juist een grote diversiteit is, zodat ze elkaar optimaal kunnen helpen bij het (leren) studeren. Anna’s ambitie nu is om in de zes jaar studiefinanciering die ze van de overheid krijgt tot masterniveau door te groeien. In haar eerste groep zitten ook studenten die hun zes jaar anders willen gebruiken blijkt tijdens de kennismaking, bijvoorbeeld door in vier jaar een bachelor-graad te halen en pas na een aantal jaren werken hun laatste twee jaar te gebruiken voor een master. Er zijn ook twee studenten die drie jaar willen studeren om tot het “oude” mbo niveau 3 te komen en dan willen gaan werken. Vandaag krijgen ze van Quyen twee opdrachten. De eerste is het maken van drie verschillende projectgroepen en het kiezen van een het eerste project dat ze gaan doen. Ze krijgen een dikke map met daarin verschillende projecten. Hulp bij het maken van de groepen krijgen ze van een derdejaarsstudent: deze kijkt met hen naar de schoolrapportages en maakt zo samen met hen een inschatting van welke combinaties goed zouden werken. De tweede opdracht is het kiezen van de cursussen en trainingen voor de eerste paar weken: deze staan allemaal in een andere dikke map. Ze krijgen allemaal een groot flipovervel waarop ze hun visualisatie van de eerste paar weken moeten tekenen. Om 16:00 moeten ze aan elkaar en aan Quyen deze visualisatie uitleggen. Anna kiest ervoor om in het begin vooral veel trainingen te volgen, zodat ze de basis van het laboratoriumwerk goed onder de knie krijgt. Met haar groepje heeft ze als project juist een heel theoretisch project gekozen over nano-technologie. Anna heeft daar veel zin in, omdat ze van dat onderwerp nog heel weinig afweet. Op haar flipover heeft Anna dan ook in het midden een groot vraagteken getekend, met aan de linkerkant allerlei laboratoriumglaswerk en aan de rechterkant veel boeken.
Om 18:07 loopt Anne vermoeid het gebouw uit. Morgen om 10:00 moet ze weer op school zijn, dan begint haar dag met de eerste praktijkles.
Korte verantwoording
en backcasting
De techniek staat voor niets luidde jaren het gezegde. Maar
de debacles bij bijvoorbeeld de automatisering bij de belastingdienst (https://www.nrc.nl/nieuws/2014/06/21/geflopt-ict-project-kostte-belastingdienst-ruim-200-miljoen-euro-a1424198
) en de politie (https://www.nrc.nl/nieuws/2016/12/13/rekenkamer-geldtekort-bij-politie-dreigt-door-oude-ict-systemen-a1536422)
hebben laten zien dat de praktijk weerbarstig is. Het kabinet Rutte III wil
voor de ontwikkeling van Nederland tot topkenniseconomie geen risico nemen door
in het onderwijs in te zetten op groteske ICT-systemen die veel geld kosten en
waarvan vooralsnog dubieus is of het allemaal wel gaat werken zoals de
bedoeling is. De keus wordt gemaakt om docenten verregaand te
professionaliseren, zodat zij maatwerk kunnen leveren aan studenten met
uiteenlopende behoeften. Doordat iedere student recht krijgt op zes jaar
studie, verdwijnt de noodzaak die studenten anno 2017 nog wel hadden om een
bijbaan te hebben. In de studiejaren gaan studenten zich dus volledig richten
op hun studie. Op school. Vijf
dagen in de week.
Literatuur
Cole, J. S. (2016). Do later wake
times and increased sleep duration of 12th graders result in more studying, higher
grades, and improved SAT/ACT test scores? Sleep & Breathing = Schlaf
& Atmung, 20(3), 1053-1057.
Hillman, C. H., Erickson, K. I.,
& Kramer, A. F. (2008). Be smart, exercise your heart: Exercise effects on
brain and cognition. Nature Reviews.Neuroscience, 9(1), 58-65.
Mueller, P. A., & Oppenheimer,
D. M. (2014). The pen is mightier than the keyboard: Advantages of longhand
over laptop note taking. Psychological
Science (0956-7976), 25(6), 1159-1168.
Op deze link de feedback van Ellen D op deze scenario's. Ellen is werkzaam als docent op de Universiteit van Tilburg.
BeantwoordenVerwijderenhttps://www.dropbox.com/s/2yfabafpe101lwk/Feedback_EllenD.docx?dl=0