vrijdag 24 maart 2017

Quest 3

SWOT analyse Primair Onderwijs

Scenario Offline – Tailor Made in het jaar 2030
Het gameteam heeft gekozen voor het toekomstscenario 'offline - tailor made', waarbij de leerling onderwijs in een offline omgeving en op maat krijgt aangeboden. In quest 3 moet een inventarisatie gemaakt worden van de sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen binnen dit gekozen scenario. Per element benoem ik drie items die binnen mijn onderwijsorganisatie (kindcentrum) het meest nadrukkelijk naar voren komen.

De door het team uitgewerkte toekomstscenario’s zijn terug te vinden via: http://sarahsduivels.blogspot.nl/2017/03/quest-2-teamdeel-versie-2.html

 Strengths:
Wat zijn de sterke punten van het thema?


Een gemotiveerd team waarbij docenten openstaan voor innovatie.
De focus van het Kindcentrum is gericht op de ontwikkeling van de kinderen en wat daarvoor nodig is (Kindcentrumplan, 2015). De school kenmerkt zich als een professionele, lerende organisatie (professionele leergemeenschap). Leiderschap is gericht op het begeleiden, ondersteunen en faciliteren van samen leren. Dit blijkt uit de vrijheid en mogelijkheid om aan innovaties te werken. Tevens ligt de focus op het leren van leerlingen en het verbeteren van resultaten. De werkwijze aan individuele leerlijnen met tablets via 'Snappet' is daar een goed voorbeeld van. Het team is enthousiast, bevlogen, vooruitstrevend en doet met regelmaat aan collegiale consultatie. Het managementteam (directie, coördinatoren en intern begeleiders) stimuleert leerkrachten van elkaar te leren door hen aan te moedigen veel uit te proberen onder begeleiding (Juryrapport Excellente Scholen, 2015). Het MT wilt in deze leerprocessen meer openheid creëren, sneller en effectiever handelen, meer structuur binnen innovaties aanbrengen, blijvende resultaten behalen en zoveel mogelijk handen op de werkvloer hebben.

Er is aandacht voor talent en er wordt gewerkt aan talentontwikkeling.
Binnen het curriculum van het Kindcentrum wordt er gewerkt met de meervoudige intelligentie van Gardner (2002). Didactische werkvormen worden ingezet waarbij verschillende intelligenties van leerlingen worden aangesproken. Daarnaast is er een werkgroep die toewerkt naar een Kindcentrumbrede leerlijn Ondenemend Onderwijs/WTE/Talentontwikkeling voor het jaar 2020. 

De intensieve samenwerking met partners binnen de BBS en de schoolomgeving.
Het Kindcentrum kenmerkt zich als een warme organisatie die onderdeel uitmaakt van een Brede Bossche School (BBS). De samenwerking met diverse betrokken partijen in het gebouw wordt gezien als een continu proces. Binnen het Kindcentrum heerst een cultuur die bestaat uit een stabiele ontstane menselijke samenwerking en uit relaties tussen de werknemersorganisatie en de omgeving (Boonstra, 2010). Er wordt veel samengewerkt met de omgeving (diverse scholen, bedrijven en instanties) om het ‘buitenschoolse’ leren van leerlingen te faciliteren. Bjork, Dunlosky & Kornell (2013) geven aan dat de mogelijkheden om zelf te leren, zowel binnen als buiten de schoolsituaties, zullen blijven toenemen.

Weaknesses:
Wat zijn de zwakke punten van het thema?


De leerroute van de leerling wordt door de leerkracht bepaald.
Leerlingen zouden hun eigen curriculum moeten kunnen bepalen en volgen (Van den Berg, 2013). Binnen het Kindcentrum komt dit nog te weinig voor. De leerkrachten en intern begeleiders passen de leerroute aan op het niveau van de leerlingen. Binnen dit adaptief onderwijs is het lesprogramma en de lesinhoud gelijk.

De didactische aanpak is met name leerkrachtgestuurd.
Leerkrachten van het Kindcentrum geven met name leerkrachtgestuurd les. Het zou wenselijk zijn dat de natuurlijke nieuwsgierigheid en onderzoekende drang van leerlingen gestimuleerd wordt en dat leerlingen zichzelf en hun kennis en vaardigheden steeds weer willen verbeteren. Dit impliceert een verschuiving van leerkrachtgestuurd naar leerlinggestuurd, waarbij een sterke zelfregulatie belangrijk is (Veermans & Järvelä, 2004).

Er zijn te veel leerlingen per leerkracht om maatwerk te kunnen leveren.
Intelligente kinderen zouden uitgedaagd moeten worden en kinderen met een leerachterstand zouden op eigen niveau begeleid moeten worden. Tevens zouden leerlingen extra werk kunnen doen in de vakken waar ze goed in zijn en zo kansen moeten krijgen om te excelleren. Binnen het Kindcentrum doen de leerkrachten hier van alles aan, alleen zou dit volgens de school nog intensiever kunnen wanneer hier voldoende geld en middelen voor zouden zijn.

Opportunities:
Wat zijn de kansen, mogelijkheden en uitdagingen voor het thema?
Vanuit een ouderwets rapport toewerken naar een nieuw portfolio.
Het Kindcentrum werkt momenteel met een traditioneel rapport waarin drie keer per jaar de vorderingen van de leerling worden beschreven. Het schoolteam is van mening dat de overstap van rapport naar een (digitaal) portfolio een kans zou zijn. Een portfolio geeft de leerling meer inbreng en maakt een persoonlijke groei over meerdere jaren aantoonbaar.

Leerkrachten zouden zich moeten ontwikkelen tot leercoach.
Leerlingen zouden een eigen leercoach moeten hebben die met hen naar talenten en doelen kijkt (Van Beek & Doorten, 2009). Het Kindcentrum ziet hierin een uitdaging om met de leerling een meest gewenste en geschikte leerroute af te stemmen. Sinds kort worden er kindgesprekken gevoerd waarin de leerling aangeeft wat zijn/haar voorkeuren en ambities zijn. Collega’s gaven aan dat hun eerste ervaringen zeer positief waren en de veranderde rol als leercoach op deze wijze wel zien zitten.

Zelfregulering meer stimuleren en integreren binnen het curriculum.
Zimmerman (2000) beschrijft dat het vermogen om het eigen leren te reguleren, in de maatschappij, steeds belangrijker gaat worden. Binnen het Kindcentrum zal meer keuzevrijheid van de leerling centraal moeten staan. Zelfregulatie is hierbij een belangrijk onderdeel voor het leren (Bos, 2015). Het vernieuwde aanbod van wereldoriëntatie past het werken aan zelfregulerende vaardigheden structureel toe. De werkgroep OO/WTE/Talentontwikkeling besteed veel aandacht aan dit onderdeel bij het realiseren van de Kindcentrumbrede leerlijn.

Threats:
Wat zijn bedreigingen en obstakels voor het thema?

De organisatie heeft ouderwetse lokalen in plaats van flexibele werkruimtes.
Het Kindcentrum heeft een vaste indeling van klaslokalen, ondanks dat het (als brede school) een relatief nieuw gebouw heeft. De indeling leent zich niet tot flexibiliteit in werkruimte. Het zou juist wenselijk zijn dat leerlingen op flexibele werkplekken aan allerlei opdrachten kunnen werken en daarbij zelf hun tijd in kunnen plannen.

De afhankelijkheid van digitale middelen in het ‘tailor made’ onderwijs.
Het gepersonaliseerd leren zou kunnen worden vergroot wanneer er geïnvesteerd kon worden in digitale middelen. Het Kindcentrum ervaart dit momenteel met het gebruik van het programma ‘Snappet’ waarbij leerlingen op tablets onderwijs op hun eigen niveau kunnen volgen. In een volledig offline omgeving zou dit een gemis zijn.

Expliciete aandacht voor het borgen van onderwijsvernieuwing.
Er vinden (te) veel innovatieve processen plaats. Hierdoor zijn er diverse innovaties die met succes zijn uitgevoerd uit beeld verdwenen. Dit komt doordat deze nog geen vaste plaats in het curriculum hebben gekregen. Kijkend naar het acht stappen model van Kotter (2011) zijn het volhouden en borgen niet op deze innovaties toegepast. Collega’s beamen dat dit een belangrijk punt van aandacht is. Tevens mag de innovatiecultuur nog breder aandacht krijgen door kennis en ervaringen met andere (stichting)scholen te delen.


Ontwikkelmogelijkheden:

Wat kan een MLI-er in dit proces betekenen?


Als MLI-er moet je kunnen participeren in landelijke/regionale onderwijsinnovatie-trajecten. Het opbouwen van een (innovatie)netwerk, waarbij kennisdeling plaatsvindt, is essentieel. Dit brengt je op de hoogte van de (maatschappelijke) ontwikkelingen en trends en draagt bij aan het aanscherpen van jouw visie op onderwijs. Binnen jouw leidende en voorbeeldrol dien je deze opgedane kennis en ervaringen uit te dragen naar het team. Op deze wijze worden collega’s gemotiveerd en geïnspireerd om mee te denken over en te werken aan innovatie. Mijn netwerk heeft (mede door de MLI) de afgelopen jaren een enorme boost gekregen. Via dit groei-document geef ik een weergave van mijn netwerk. Ik toon een actieve deelname binnen mijn bovenschoolse netwerk door met regelmaat opgedane kennis en ervaringen te delen. Ik ben binnen het externe begeleidingstraject ’s H OO een initiatiefnemer en mede vormgever. Deze aanpak zou ik binnen andere thema's en projecten op dezelfde wijze moeten doorvoeren.

Het kindcentrum moet meer rekening houden met tijd en de praktische toepasbaarheid voor iedere werknemer. Alleen op deze wijze kan een innovatie geaccepteerd worden. Diverse zaken vanuit de stichting, directie/management of vanuit inspectie en het ministerie moeten eerst bespreekbaar gemaakt worden voordat de innovatie per direct wordt ingevoerd. Over het algemeen staat het merendeel wel achter de reden van innovering, maar wordt er te weinig rekening gehouden met het tijdspad en de praktische aard van de verandering.


Alle medewerkers moeten zich bewust zijn van het feit dat zij onderdeel zijn van het grote geheel, namelijk het kindcentrum. Met elkaar wordt gewerkt aan het uitvoeren van de visie en missie. Als MLI'er zal ik dit gezamenlijk belang tijdens diverse bijeenkomsten (werkgroepoverleg, bouwoverleg, vergaderingen) nog meer moeten benadrukken. Ook in de communicatie naar ouders en de betrokken omgeving moet ik mij hiervan bewust zijn. 

Het kindcentrum dient aandacht te hebben voor het uitdragen/spreiden van innovatie naar alle werknemers. In samenspraak met het managementteam zou er meer tijd en ruimte voor leerkrachten moeten worden gecreëerd. Als MLI'er heb ik aangegeven dat er tijdens studiedagen meer aandacht moet zijn voor het delen van opgedane kennis, ervaringen en ideeën. De directie was het met dit voorstel eens en wilt dit volgend schooljaar gaan realiseren.
 
Verwerking van de peerfeedback:
De verkregen feedback van Martine..
Volgens de ontvangen feedback hanteer ik in mijn conceptversie een strakke en overzichtelijke opbouw. Deze opbouw heb ik voor mijn definitieve versie gecontinueerd. Innovaties die binnen de elementen beschreven staan heb ik in een context geplaatst, waarbij ik o.a. het begrip BBS heb uitgelegd. Ik heb beschreven hoe collega’s tegen onderwijsvernieuwing aankijken en of zij daarbij mogelijk weerstand ervaren. Tot slot benoem ik welke ontwikkelmogelijkheden er vanuit de SWOT-analyse zijn ontstaan en hoe ik mijn rol als MLI-er kan inzetten bij dit proces.




Literatuur:
Beek, K. van & Doorten, I. (2009). Een andere kijk op talent. Den Haag: RMO/RVZ.
Berg, I. van den (2013). Ondernemende kinderen op komst. Leren ondernemen in het basisonderwijs. Drachten: Eduforce.
Bjork, R. A., Dunlosky, J. & Kornell, N. (2013).’Self-regulated learning: Beliefs, techniques, and illusions’. In: Annual Review of Psychology, 64, 417-444.
Boonstra, J.J. (2014). Leiders in cultuurverandering. Hoe leiders in organisaties succesvol hun cultuur veranderen en strategische vernieuwing realiseren. 3e gewijzigde druk. Assen: Van Gorcum.
Bos, A. (2015). Werken met persoonlijke leerdoelen en 21st Century Skills in het basisonderwijs. Geraadpleegd op 2 maart 2017 op talentstimuleren.nl.
Gardner, H. (2002). Soorten intelligentie. Meervoudige intelligentie voor de 21ste eeuw. Amsterdam: Nieuwezijds B.V.
Juryrapport Excellente Scholen (2015).
*bron op aanvraag
Kindcentrumplan (2015).
*bron op aanvraag
Kotter, J.P. (2011). Leiderschap bij verandering. Amsterdam: Academic Service.
Veermans, M., & Järvelä, S. (2004). Generalized Achievement Goals and Situational Coping in Inquiry Learning. Instructional Science, 32(4), 269-291.
Zimmerman, B.J. (2000). ‘Attaining sel-regulation: A social-cognitive perspective’. In M. Boearts, P.Pintrich en M. Zeidner (red.) In: Self-regulation: Theory, research, and applications (pp. 13-39). Academic Press.

1 opmerking:

  1. Hey Hein, in de onderstaande link vind je mijn feedback voor jou op de SWOT analyse. https://drive.google.com/open?id=0B7sjpHHZtoqFTkNNaDY4VWdQQnM
    Groetjes, Martine

    BeantwoordenVerwijderen