Het scenario dat we verder uit gaan werken is het scenario
tailormade-offline. In dit Blogbericht maak ik een SWOT (strengths, weaknesses,
opportunities en threats.) van dit scenario, toegespitst op de opleiding waar
ik (het meest) voor werk: chemie bij de Academie voor de Technologie van Gezondheid
en Milieu. Als opwarmertje een visuele weergave, met daarna een tekstuele
toelichting:
Er wordt gebruikt gemaakt van recente wetenschappelijke
inzichten, zoals bijvoorbeeld het maken van aantekeningen met een pen, omdat
dat tot betere informatieverwerking leidt. Binnen ATGM heeft 99% van de
docenten een master, waarvan rond de 60% een PhD heeft. Het ontwikkelen van
onderwijs op basis van wetenschappelijke inzichten en het doen van onderzoek
hier naar, past bij de achtergrond van deze docenten. Docenten kunnen worden
uitgedaagd om zelf onderzoek te doen naar de meest effectieve manier van
lesgeven binnen hun vakgebied en context: de onderzoeksvaardigheden bezitten
ze. Natuurwetenschappelijk onderzoek is veelal anders van aard dan onderwijskundig/psychologisch
onderzoek. Medewerkers met een MLI-achtergrond kunnen helpen om deze
verschillen te bespreken, te duiden en te benutten.
Doordat studenten veel op school zijn, is er makkelijk
sprake van laagdrempelig contact tussen studenten en docenten. De goede sfeer
en het intensive contact zijn voor ATGM (en haar voorlopers) al decennialang
sterke punten die in dit scenario goed behouden blijven.
Het werken in groepen met verschillende mensen van
verschillende niveaus sluit goed aan bij het werken in de beroepspraktijk, waar
de meeste docenten uitkomen voor ze als docent aan de slag gaan. Docenten
kunnen door de opdrachten uit het bedrijfsleven op een natuurlijke manier in
contact blijven met hun oorspronkelijke beroep.
Weaknesses
Het verschil tussen mbo en hbo is opgeheven. Op dit moment
is er nog wel een verschil in de benodigde onderwijsbevoegdheid voor beide
richtingen. Docenten op een mbo dienen een tweedegraadsbevoegdheid te hebben of
te halen, docenten op het hbo hebben formeel geen onderwijsbevoegdheid nodig en
worden vaak via een intern traject opgeleid. Als docenten op het
beroeponderwijs les gaan geven, moeten ze ofwel allemaal een
tweedegraadsbevoegdheid (dan wel een vrijstelling hiervoor) halen, of de wet
moet worden aangepast. De jonge leeftijd waarop studenten instromen in het
beroepsonderwijs hangt hiermee samen: leerlingen van 12 begeleiden vraagt
andere vaardigheden dan studenten van rond de 20 begeleiden. NB: In ons
leerteam ontbreken docenten van het VO. Daarmee is deze schakel ook uit de
keten verdwenen. Het verlengen van het PO of de tussenstap van een VO, maakt
het verschil in leeftijd van de groep kleiner en daarmee ook de marge
waarbinnen docenten moeten kunnen opereren.
Het omgaan met diversiteit in de groepen en het kunnen
begeleiden van zeer uiteenlopende studenten, vraagt in dit scenario extra
aandacht: juist voor de docenten van ATGM die veelal vanuit de vakinhoud
vertrekken. Het is de vraag in hoeverre de geschetste, andere invulling van de
rol van docent, past bij het huidige docententeam in het bijzonder en
hoogopgeleide chemici in het algemeen. Medewerkers met een MLI-achtergrond
kunnen hierin een belangrijke rol spelen, die begint bij het opstellen van het
docentprofiel en dit bij vacatures expliciet op te nemen en zo bij de selectie
van nieuwe collega’s nu al te anticiperen op wat er in de toekomst van een
docent gevraagd wordt. In de transformatie van de focus van het docententeam van
het overdragen van kennis naar het aanleren van generieke vaardigheden, kunnen
zij dit procesmatig en inhoudelijk begeleiden: MLI’ers zijn immers de
aangewezen begeleider en gesprekspartner van collega’s.
Opportunities
De beschreven nauwe samenwerking met het bedrijfsleven is
een kans in dit scenario. Het onderwijs krijgt op die manier een prikkel om
“state of the art”-te zijn, door dat de problemen van de sector zichtbaar
worden in de opdrachten die vanuit het bedrijfsleven komen. Theorie en praktijk
zijn goed te koppelen en het nut van inhoudsgebieden wordt voor studenten goed
zichtbaar. Daarnaast zijn de laboratoria op bedrijven voorzien van specifieke,
specialistische apparatuur, die de school op dit moment niet kan aanschaffen. De
mogelijkheid deze apparatuur te gebruiken zorgt dat studenten de basiskennis-
en vaardigheden die ze opdoen tijdens hun studie kunnen toepassen op de
nieuwste technieken. Docenten blijven op deze manier ook bij, omdat ze steeds
in aanraking komen met de nieuwste technieken. Voor het bedrijfsleven levert
dit op dat studenten de vaardigheden hebben om snel nieuwe technieken te leren
en ze de op dat moment gangbare technieken beheersen zodra ze starten met hun
eerste baan.
Threats
In het scenario wordt kennis vooral uit boeken gehaald.
Studenten chemie halen, zeker in de latere fase van de opleiding, juist veel
informatie uit literatuur en tijdschriften. In de beschreven analoge opzet, is
dat ondoenlijk. Bij een implementatie van dit scenario, zal steeds op basis van
wetenschappelijke inzichten een keus moeten worden gemaakt over welke
informatie op welke manier verstrekt en verwerkt wordt, om te voorkomen dat
studenten dusdanig “analoog” worden opgevoed dat ze in het bedrijfsleven niet
uit de voeten kunnen.
Studenten brengen heel veel tijd op school door, ook als ze
experimenten op locatie uitvoeren. Dit vraagt om meer vierkante meters ruimte,
meer laboratoria, meer diversiteit in werkplekken. Kortom: om meer geld. Een
mogelijke oplossing hier is om de opdrachten vanuit het bedrijfsleven deels te
laten financieren.
Verwerking feedback
Allereerst heb ik een visuele weergave van de SWOT
toegevoegd. Daarnaast heb ik bij de strengths
de kracht van de docenten als onderzoeker benadrukt en verder uitgewerkt en de
rol van medewerkers met een MLI-achtergrond toegevoegd. Bij de opportunities heb ik voorbeelden verdiept.
De threats heb ik geannoteerd met een
mogelijke oplossingsrichting en de bedenkingen die ik zie voor de docentrol heb
ik verplaats naar weaknesses en daar
verder uitgebreid: hiermee staan beide zijden van de docentenmedaille bij
elkaar bij strengths en weaknesses en is scherper weggezet dat
beiden intern gericht zijn. De skills die docenten nodig hebben om met het
bedrijfsleven samen te werken zijn andere skills dan die nodig zijn om
studenten met een uiteenlopende achtergrond te begeleiden: de skills voor
samenwerking met het bedrijfsleven heb ik weggelaten in de gereviseerde versie,
omdat het merendeel van de docenten uit het bedrijfsleven komt.
Kortom: Ellen Bedankt :)
Kortom: Ellen Bedankt :)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten