vrijdag 27 januari 2017

Quest 1: individueel

Het groepsdeel van onze quest staat al langer online. Voor mijn individuele deel gaf ik in dit bericht al aan dat ik vond dat he wrong. Derhalve ben ik vandaag nog een keer aan de slag gegaan! Het voorwerk van afgelopen week heb ik daarbij als uitgangspunt genomen: de stappen die ik gezet heb, zijn hetzelfde. In dit blogbericht schrijf ik naar mijn nieuwe scenariosjabloon toe. 

De trends die ik het meest relevant vind voor mijn sector zijn inclusief onderwijs, excellentie en partnerschap in het onderwijs. Inclusief onderwijs richt zich op het verzorgen van onderwijs in één omgeving aan leerlingen met een diverse achtergrond. Het onderscheidt zich daarmee van speciaal onderwijs doordat alle leerlingen in dezelfde onderwijsomgeving functioneren. De trend om meer richting inclusie te denken is in Nederland in 1994 ingezet met het tekenen van het Salamanca Statement en is in 2016 geëffectueerd nadat de eerste kamer akkoord ging met het wetsvoorstel. Sindsdien zijn tien voortgangsrapportages verschenen (Dekker, 2017). Inclusief onderwijs richt zich met name op het primair onderwijs. Dat is een van de redenen dat ik een verbreding richting excellentie voorstel: dat is een thema dat in het hbo een rol speelt (Coppoolse, Eijl, & Bruijn, 2010). Daarnaast heeft Avans Hogeschool aandacht voor studenten met een functiebeperking en biedt ze begeleiding op maat aan hen (http://www.avans.nl/studeren/voorzieningen/begeleiding-op-maat/studeren-met-een-functiebeperking). Waar bij inclusief onderwijs de focus als snel ligt op studenten met een handicap, stel ik derhalve voor om excellentie ook te zien als een eigenschap die inclusief moet zijn in het onderwijs. Als het onderwijs er is voor iedereen, zou er plaats moeten zijn voor iedereen: dus ook voor de excellente student, die -net als ieder ander- specifieke behoeftes heeft. Ook binnen het hbo. 

Op het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs slaat de trend partnerschap in het onderwijs terug op het betrekken van ouders/verzorgers en maatschappelijke instanties bij de school (Broersen & Spreij, 2009). In een college van Ros (2017) over trends werd een bredere definitie gehanteerd, waar naast ouders en maatschappelijke instanties ook de buurt en bedrijven en instellingen expliciet benoemd werden. De trend partnerschap in onderwijs vertaal ik voor het hbo naar een behoefte aan -verregaande- samenwerking met het werkveld. 

Er zijn diverse bewegende krachten te onderscheiden bij deze trends. Uiteindelijk heb ik gekozen voor one size fits all versus tailor made voor de ene as en productie versus consumptie voor de andere as. In een eerste vingeroefening heb ik deze scenario's in trefwoorden ingevuld om te kijken of ik tot een grotere diversiteit kwam dan bij mijn eerste poging: dit licht ik verderop in dit blogbericht toe. 

One size fits all en tailor-made (confectie versus maatwerk)
Aan de ene kant zie ik dat er, onder andere vanuit de trein van inclusief onderwijs, een beweging is richting het leveren van maatwerk. Dit is met name gericht op het proces van onderwijs. Op het gebied van diplomering is er eerder sprake van een beweging richting meer confectie. In plaats van het zelf samenstellen van een vakkenpakket op het voortgezet onderwijs zijn er profielen gekomen, waardoor er minder keuzevrijheid is. Daarnaast is er een verplichte rekentoets gekomen. Niet verwante mbo-4 opleidingen, geven geen toegang meer tot het hbo. Kortom: meer one size fits all. Overigens is er op groepsniveau weer wel een beweging richting differentiatie, waar bijvoorbeeld de associate degree binnen past. 

Consumptie en productie
Kennis die er al is, kan geconsumeerd worden. Hetzelfde geldt voor vaardigheden: bestaande vaardigheden kunnen worden aangeleerd. Kennis en vaardigheden die er nog niet zijn, kunnen niet geconsumeerd of aangeleerd worden, maar slechts "geproduceerd" worden, waarschijnlijk in een groep. De vraag is of het onderwijs in de toekomst zich meer gaat richten op het overdragen van reeds bestaande kennis of juist meer op de creatie. Beide uitersten leiden tot andere manieren van opleiden en toetsing. 

In het schema hieronder zijn beide assen opgenomen en is er met behulp van trefwoorden een eerste richting voor uit te werken scenario's gegeven. 



Deze indeling is bruikbaar voor alle sectoren in het onderwijs en daarmee ook bruikbaar als blauwdruk voor onze gezamenlijke visie. Als leerlingen op de basisschool als consument van informatie worden opgevoed, komen ze met andere verwachten en mogelijkheden in het vervolgonderwijs terecht dan wanneer ze vanuit het productie-paradigma zijn opgevoed. Hetzelfde geldt voor tailor made versus one size fits all: leerlingen die gewend zijn om keuzes te maken en met eigen routes door het onderwijs te bewegen, kunnen en verwachten andere vormen van onderwijs en een andere mate van keuzevrijheid dan zij die cohortsgewijs door het systeem zijn geleidt.

De onzekerheid over waar de balans over een jaar of vijftien ligt is groot. Daarmee vormen deze kwadranten een goede basis om scenario's te ontwikkelen over de verschillende sectoren heen. 

Literatuur

Broersen, A., & Spreij, L. (2009). Parameters in de dynamiek van educatief partnerschap. Tijdschrift voor Orthopedagogiek48(11), 483.
Coppoolse, R.,lid lectoraat, Eijl, P. v., overige, & Bruijn, E. d., lector. (2010). 
Naar een instellingsbrede excellentiestrategie in het hbo : Een onderzoek naar de ontwikkeling van talent. Tijdschrift Voor Hoger Onderwijs, (4), 217.

Dekker, T; College inclusief onderwijs, 23 januari 2017

2 opmerkingen:

  1. Het blogbericht ziet er goed uit Edwin. Hieronder in de link mijn feedback voor jou.
    https://drive.google.com/open?id=0B7sjpHHZtoqFYV95VW9FNXdjd0k

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi duivel Edwin,

    Zoals ook aangegeven in de peerfeedback heb je goed toegelicht waarom je deze trends hebt gekozen en waarom ze relevant zijn voor verschillende sectoren. Je gebruikt hierbinnen literatuur ter onderbouwing, echter kan ik in de tekst niet terugzien welke bronnen wat onderbouwen. Tekstreferenties zouden hierbij kunnen helpen :).

    Aanvullend op de ontvangen peerfeedback wil ik je meegeven dat ik de redeneerlijn van excellentie en partnerschap naar jouw drijvende krachten niet geheel logisch vind. Hoezo heeft excellentie te maken met tailor made? Dat zou je wat concreter mogen expliciteren en onderbouwen. En wat is de relatie tussen partnerschap en consumptie? Je lijkt zelf nog wat te stoeien met de trends en de drijvende krachten die daaruit kunnen voortkomen. Het benutten van peers en je netwerk kan hierbij helpen. Vergeet ook niet dat je alle scenario’s naar de toekomst toe moet schrijven. Dus ook het scenario rechts onderin mag geschreven worden zoals het er over 15 jaar zal uitzien. En waar blijkt dat dan uit?

    Sarah offers you her congratulations for a job well done.

    Groetjes en fijn weekend!

    Gamemaster Sarah

    BeantwoordenVerwijderen