Trend
Een trend wordt gevormd doordat er een opeenstapeling van
waarneembare fenomenen is die een gezamenlijk kenmerk bezitten. Een trend is
gebaseerd op het verleden en heeft wellicht voorspellende waarde voor de
toekomst. Een trend wordt per definitie zichtbaar in een langere periode in de tijd,
in tegenstelling tot een hype die juist kortdurend is. Een hype zou
bijvoorbeeld kunnen zijn dat vrouwen rokjes gaan dragen met daarop prints van
stripfiguren: dit zal hooguit één seizoen duren. Een voorbeeld van een trend in
de mode zou kunnen zijn dat rokken steeds korter worden: deze hypothetische
trend zou over meerdere jaren zichtbaar worden. Onder een trend liggen
drijvende krachten. Deze drijvende krachten kunnen twee polen hebben, waarbij
de ene pool een voortzetting van de drijvende kracht is en de andere pool juist
een tegenbeweging op de drijvende kracht is. Daar waar hypes en trends
makkelijk uit elkaar te houden zijn, geldt dat niet voor hypes en drijvende
krachten. De afgelopen jaren zijn er steeds meer mensen tablets gaan gebruiken.
Dit zou een trend kunnen zijn. Maar…. Het zou ook kunnen dat de trend een
toegenomen gebruik van ICT is en een steeds snellere adoptie van nieuwe
middelen. Het toegenomen gebruik van tablets zou een drijvende kracht binnen
deze trend kunnen zijn.
Trends in context
Trends kunnen voor een bepaalde context belangrijk zijn of
juist onbelangrijk. Een andere dimensie is de mate van zekerheid over de trend:
zet deze zeker door, of is dat nog niet zo goed te voorspellen? Met behulp van
deze twee inschattingen kunnen trends in het een assenstelsel zoals in afbeelding
1 te zien is, worden gepositioneerd.
Afbeelding 1: assenstelsel om trends in te delen |
De indeling van trends in dit assenstelsel kan gebruikt
worden om de beste trends te vinden om scenario’s op te ontwikkelen voor de
toekomst. Scenario’s ontwikkelen voor onbelangrijke trends, is niet erg efficiënt.
Voor trends waarvan zeker is dat ze door gaan zetten en waarvan het belang
evident is, hoeven ook geen scenario’s geschreven te worden: het is immers
helder wat er gaat gebeuren. Het interessant gebied is het gebied waarin de
belangrijke trends staan en waarbij het van de trends onzeker is welke beweging
de drijvende krachten gaan maken. In afbeelding 2a is deze indeling
gevisualiseerd.
Afbeelding 2a: trends indelen algemeen |
Trend die in het onderwijs en in de maatschappij zichtbaar
zijn en die in het college van Anje Ros over dit onderwerp genoemd zijn, staan
hieronder.
Maatschappelijke trends:
- Explosieve groei internet/ICT
- Technologische ontwikkelingen
- Globalisering
- Duurzaamheid
- Maatschappelijke onrust
- Demografische ontwikkelingen
Onderwijstrends:
- Partnerschap in het onderwijs
- Burgerschapsonderwijs
- Bèta-techniek
- 21st century skills, ICT
- Inclusief onderwijs
- Excellentie
In figuur 2b zijn deze trends geordend. Uitgangspunt is
daarbij de relevantie voor mijn eigen sector (hbo-techniek) geweest.
Afbeelding 2b: trends ingedeeld voor hbo-techniek |
Een korte toelichting
Burgerschapsonderwijs lijkt mij iets wat meer een prominente
plek heeft in het basis- en voortgezet onderwijs. Technologische ontwikkelingen
zijn er al jaren en ons onderwijs is er al op ingericht deze te volgen en in te
bedden in het curriculum. Daarom staan deze twee aan de “onbelangrijke” kant
van de as. De trends excellentie en inclusief onderwijs hebben beide als een
van de onderliggende drijvende krachten “aandacht voor het individuele”. Een
mogelijke tegenkracht hierbij is “standaardisatie van kennis en vaardigheden”. Voor
de trend partnerschap in onderwijs vind ik de onderliggende drijvende krachten
moeilijker te definiëren. Ik zie wel twee richtingen waarin de trend zich kan
gaan bewegen: “werken is leren, leren is werken” waarbij er verregaande
integratie van het onderwijs en het werkveld plaatsvindt (zoals het in de
middeleeuwen gebruikelijke meester-gezel-model), versus “eerst een
gecertificeerd diploma, dan aan het werk”, waarbij juist een scherpe knip is
tussen het schoolse leren en het werkende leven.
Scenario’s ontwikkelen
Nu de interessantste trends gevonden zijn, kan begonnen
worden met het ontwikkelen van de scenario’s. Ook hier is een assenstelsel weer
een hulpmiddel om tot de diverse scenario’s te komen, zoals afgebeeld in
afbeelding 3a. Op beide assen staat één van de twee gekozen trends. Aan de uiteinden
van de assen staan drijvende krachten die onder de trend liggen. Op het ene
uiteinde de drijvende kracht als deze door zou zetten (aangegeven met een +),
op het andere uiteinde de tegenpool van deze drijvende kracht (aangegeven met
een -).
Afbeelding 3a: drijvende krachten bij de gekozen trends |
Voor ieder kwadrant in het nu ontstane assenstelsel kan een
scenario voor de toekomst geschreven worden. Dit kan in lopende tekst, visueel
of in een combinatie van beiden. Het concrete assenstelsel voor mijn sector is
te zien in afbeelding 3b. Dit resulteert in de scenario’s A, B, C en D. Deze
worden in een volgende blogpost uitgewerkt en dan hopelijk voorzien van
veelzeggende namen J.
Afbeelding 3b: de verschillende scenario's |
Eventueel kunnen een aantal parameters in ieder scenario worden opgenomen, om ze beter vergelijkbaar te maken. In afbeelding 4 is een voorbeeld te zien met verschillende parameters die in iedere scenariobeschrijving terug kunnen komen.
Helder helder helder blogbericht Edwin...
BeantwoordenVerwijderenHet college van Anje Ros is mooi verweven met de informatie van je werkplek.
Wel bekruipt me het gevoel dat 'technologische ontwikkelingen' in figuur 2b onder het kwadrant rechtsonder hoort te vallen. Aangezien technologie één van de belangrijkste pijlers is van de onderwijssector waar je werkzaam bent, maakt dat de vanzelfsprekendheid van snelle implementatie/inbedding groot is..
Je hebt wel een punt: ze zijn natuurlijk wel belangrijk.... Alleen voor de scenario's wellicht wat minder relevant: vandaar dat ik ze toch links gezet heb. Anders bleef het daar ook zo leeg :)
Verwijderen