zondag 22 januari 2017

Quest 1 in de maak ;)

Het mbo-onderwijs van de toekomst


In de vorige blog beschreef ik (verwachte) ontwikkelingen in het mbo. Ik miste de vorige bijeenkomst op MLI omwille van ziekte maar dankzij zelfstudie en de verhelderende blogberichten van mijn medestudenten die de stappen in het scenarioleren verder uitwerkten kan ik nu vooruit.
Een eerste vervolgstap was om me nog verder te oriënteren op de toekomst van mbo-studenten. Hoe komt deze eruit te zien? Frey en Osborne (2013) stellen dat trends in de samenleving en op de arbeidsmarkt ertoe kunnen leiden dat bijna de helft van de beroepen in de komende twintig jaar zullen verdwijnen.

De landelijke herziening kwalificatiestructuur binnen het mbo en de invoering van de keuzedelen spelen hier, zoals in vorige blog al aangegeven, op in. Binnen het beleidsplan en in de strategische koers van het Summa College wordt ook aandacht geschonken aan de veranderende maatschappij en trends. Zo staat beschreven dat het Summa College staat voor een succesvolle studie maar ook voor een succesvolle carrière van de studenten, gebaseerd op vakmanschap en persoonlijke groei, niet alleen nu maar ook voor de toekomst. Om dit mogelijk te maken dienen studenten actief en persoonlijk begeleid te worden, worden ouders betrokken in het leerproces van hun zoon of dochter, wordt gedurende de opleiding veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van een professionele beroepshouding en een persoonlijke beroepsidentiteit, leren studenten om zelfredzaam te zijn en bieden we bij-, her- en nascholingsstrajecten aan (Summa College, 2015). Docenten maken hierbij het verschil; het is aan hen om studenten succesvol de regie over het eigen leren aan te leren zodat elke student succesvol het vakmanschap kan ontwikkelen en de eigen loopbaan kan vormgeven.

Centraal komt nu de vraag te staan: hoe kunnen docenten van het Summa College de studenten leren en voorbereiden op hun loopbaan en op deze arbeidsmarkt? Op welke wijze dient dan een  toekomstbestendige curriculum opgebouwd te worden? Waar en hoe leren studenten het meest effectief? Over welke vaardigheden dienen studenten te beschikken? Over deze vragen hebben ook verschillende organisaties zich reeds eerder gebogen (vgl. MBO raad, 2015; OESO, 2012; de Onderwijsraad, 2014).

Een aantal trends die ik op vele plaatsen (o.a. MBO raad, 2015; OESO, 2012; de Onderwijsraad, 2014; Rotmans, 2014) steeds teruglees zijn de volgende:

1>     Technologisering; hierbij wordt productie geautomatiseerd en vervangen robots/computers letterlijk arbeiders. Hierbij wordt verwacht dat met name arbeidsplaatsen van studenten niveau 2 en 3 van het mbo zullen verdwijnen. Daarnaast verwacht men dat er nieuwe beroepen zullen ontstaan wat pleit om studenten niet voor een specifiek beroep maar voor werk in het algemeen en een leven lang leren op te leiden
2>     Digitalisering en medialisering; meer en meer transacties, gesprekken, informatieverstrekking etc verloopt digitaal. Dit vraagt om digitale vaardigheden en leidt tevens naar toenemende verspreiding van informatie en veranderende omgangsvormen.
3>     Globalisering; de wereld ligt aan onze voeten, dit leidt naar vele mogelijkheden en nieuwe informatie maar maakt ook dat bepaalde industrie verdwijnt naar lagelonenlanden en (de beleving van) veiligheid soms wordt aangetast dankzij onrusthaarden elders.
4>     Individualisering; persoonlijke groei en ontplooiing worden belangrijker, een student moet zichzelf zien recht te houden in de maatschappij, er bestaan geen standaardpaden meer maar een student dient eigen keuzes te maken welke gericht zijn op de eigen kwaliteiten en voorkeuren. Het kunnen inzetten (en zorgvuldig benutten) van hulpbronnen uit de omgeving maakt het gebruik van eigen capaciteiten noodzakelijk. Consequentie van deze individualisering is dat de sociale cohesie afneemt en dat er minder voor elkaar gezorgd wordt.

Wat als we studenten in de toekomst gaan opleiden voor de arbeidsmarkt in het algemeen (voortkomend uit trend 1)? En wat als de individualisering compleet doorzet (voortkomend uit trend 4)? Hoe ziet dan het curriculum eruit en waar, in welke omgeving, leren onze studenten dan?

Technologisering: student opleiden voor werk in het algemeen en leven lang leren
+
Individualisering: curriculumopbouw


Individuele student centraal in onderwijsproces








versus
Docent centraal in onderwijsproces
Docent = coach/faciliteert individuele leerprrocessen
Docent = expert, draagt kennis over

Persoonlijke groei/vaardigheden/motivatie/ vaardigheden leven lang leren centraal

Vakkennis en vakvaardigheden centraal
Gericht op niet-cognitieve ontwikkeling

Gericht op cognitieve ontwikkeling
Buiten de school – op bpv/werkplek

Binnen de school
Informeel leren

Formeel leren


Drijvende onderwijskundige krachten bij de maatschappelijke trend technologisering en de voortdurend veranderende arbeidsmarkt zijn 21e eeuwse vaardigheden, soft skills en de loopbaancompetenties.

Drijvende onderwijskundige krachten bij de maatschappelijke trend individualisering zijn het uitgaan van diversiteit en het inzetten op excellentie.

Overkoepelende onderwijskundige kracht betreft het partnerschap in het onderwijs. Mbo studenten leren graag door ervaringen op te doen in de praktijk. Een intensieve samenwerking met het bedrijfsleven/onderwijsinstellingen maakt onder andere leren op de werkplek mogelijk.




 Scenario 1:
De vernieuwingen in het bedrijfsleven gaan hard in 2032. Studenten vertoeven veel op de toekomstige werkplek en leren alle nodige benodigde kennis en vaardigheden in de praktijk onder begeleiding van een coach. Op school leren zij niet langer de vakkennis en vaardigheden voor een beroep maar richt het onderwijs zich op persoonlijke groei en het uitbouwen van de loopbaancompetenties. In een klas worden zij onder begeleiding van een loopbaanbegeleider uitgedaagd en gestimuleerd om leerervaringen uit te wisselen, actief en samenwerkend nieuwe kennis en vaardigheden te construeren en persoonlijke leerdoelen te stellen.

Scenario 2:
Studenten worden in een klassikale setting opgeleid voor een specifiek beroep (uitstroomprofiel). De docent biedt vakkennis en vaardigheden aan binnen een activerende leeromgeving waar contextrijke opdrachten centraal staan. Alle studenten werken aan deze opdrachten en worden op dezelfde wijze getoetst en geëxamineerd. 

Scenario 3:
De vernieuwingen in het bedrijfsleven gaan hard in 2032. Studenten vertoeven veel op de toekomstige werkplek en leren alle nodige benodigde kennis en vaardigheden in de praktijk onder begeleiding van een coach. Op school leren zij niet langer de vakkennis en vaardigheden voor een beroep maar richt het onderwijs zich op persoonlijke groei en het uitbouwen van de loopbaancompetenties. De student bepaalt zelf zijn onderwijstraject en daarmee de duur van zijn/haar opleiding, wordt in zijn kracht gezet, kan ten volle zijn talenten benutten en zelf zijn opleiding samenstellen dankzij een modulair onderwijssysteem. Studenten krijgen een diploma op niveau en leren tijdens stages specifieke kennis en vaardigheden.

Scenario 4:
Studenten staan ingeschreven op crebo, krijgen vakkennis en vaardigheden aangeboden, maar zijn zelf vrij om te bepalen waar zij op welke momenten onderwijs volgen. De specifieke vakkennis en vaardigheden worden op gedifferentieerde wijze aangeboden, studenten zijn vrij een keuze te maken in welke opdrachten zij wel en niet willen maken. Studenten bepalen de eigen leerdoelen en de opleidingsduur.

Literatuur

Frey, C. & Osborne, M. (2013). Future of Employment: How susceptible are jobs to computerisation?
 Oxford: Oxford University.

MBO Raad (2015). Het mbo in 2025: Manifest voor de toekomst van het middelbaar beroeps-
                onderwijs.  Agenda van de mbo-scholen, verenigd in de MBO Raad. Woerden: MBO Raad.

OESO (2012). Better Skills, Better Jobs, Better Lives: A Strategic Approach to Skills Policies.
 Paris: OECD Publishing.
Onderwijsraad (2014). Een eigentijds curriculum. Advies. Den Haag: Onderwijsraad.

Rotmans, J. (2014). Verandering van tijdperk: Nederland kantelt. E. van Brummelen (Ed.).
Æneas, uitgeverij van vakinformatie bv.

Summa College (2015). Inspiratie 2.0 (intern beleidstuk)


                                 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten