woensdag 12 april 2017

QUEST 3 - SWOT (versie 3)



INLEIDING
Deze SWOT-analyse is gericht op de school waar ik momenteel werkzaam ben, omschreven als Basisschool X, in relatie met het gekozen groepsscenario ‘Offline <<>> Tailormade’. De analyse is opgesteld door te denken in het jaar 2030, waarbij ervaringen uit het heden in acht zijn genomen. Binnen dit scenario wordt er bewust gekozen voor een offline leeromgeving, om middels fysiek en intensief contact met leerkracht en medeleerlingen de individualisering binnen de huidige maatschappij te voorkomen. Er is veel aandacht voor het aanleren van sociale- en culturele vaardigheden, mede omdat de dynamische arbeidsmarkt hier om vraagt (Onderwijsraad, 2014). Tevens kiest Basisschool X er voor om inclusief en passend onderwijs in de breedste zin van het woord te verzorgen (Platform Onderwijs 2032, 2014). Nijhof (1981) onderkent dat interne differentiatie, via leeftijdsselectie, de variatie in leerrelevante kenmerken tussen leerlingen in groepen kan maximaliseren. Dit maakt dat het onderwijs binnen Basisschool X individualistischer en meer flexibel wordt vormgegeven, tailormade!

STRENGTS
Het leerkrachtenteam van Basisschool X is gemotiveerd en gedreven. De teamleden zijn enthousiast en werken hard om middels krachtenbundeling de gestelde doelen te bereiken. Ook wordt ouderparticipatie ingezet om synergie te creëren. De school maakt onderdeel uit van Onderwijsstichting KempenKind. Binnen deze stichting zijn veel getalenteerde leerkrachten werkzaam en het delen van elkaars expertise wordt middels de KempenKindAcademy sterk bevorderd.

WEAKNESSES
Om de sterkten van de organisatie daadwerkelijk te kunnen garanderen, dienen de leerkrachtcompetenties op Basisschool X in kaart te worden gebracht. Want ondanks dat de wil er is om onderwijs op maat te leveren, vraagt dit om specifieke docentcompetenties (Walraven, Kieft & Broekman, 2011). De MLI’er speelt hierin een rol als ‘teacher leader’. Hiermee krijgt de MLI’er de daadwerkelijke bevoegdheid toegekend, om niet alleen uitvoerder van het proces, maar ook mede-eigenaar van de ontwikkeling te worden (Hargreaves & Fullan, 2013). Klassenconsultaties en intervisiebijeenkomsten worden ingezet om leerkrachtcompetenties in beeld te brengen en hier gepaste acties op te ondernemen. Bijscholing, teambijeenkomsten en coaching trajecten dragen bij aan de continue ontwikkeling van de onderwijsprofessionals op Basisschool X. Leerkrachten hebben ondersteuning nodig om de overstap van het rapport naar individuele ontwikkelportfolio’s gedegen uit te kunnen voeren. Ook de huidige groepsgroottes vormen een belemmering om het tailormade onderwijs vorm te kunnen geven.

OPPORTUNITIES
Door het realiseren van passend onderwijs krijgt elke leerling optimale kansen om zijn of haar kwaliteiten te ontwikkelen, waardoor individuele talenten beter zichtbaar zullen worden. Dit biedt kansen voor de leerlingen om zichzelf door te ontwikkelen, waarmee ze hun kansen kunnen vergroten binnen de dynamische arbeidsmarkt (Onderwijsraad, 2014). Ook liggen er kansen binnen dit scenario om de samenwerking met de omgeving aan te gaan, in de breedste zin van het woord. Op lokaal en regionaal niveau kunnen er samenwerkingsverbanden worden opgericht met instanties om het onderwijs in de offline leeromgeving zo betekenisvol mogelijk te kunnen inrichten. De MLI’er kan worden gezien als een bruggenbouwer die scholen en instanties met elkaar in verbinding brengt en hierdoor synergie weet te creëren. Er wordt veel waarde gehecht aan intensief contact tussen docenten en studenten onderling, waardoor socialisering plaats kan vinden.

THREATS
Er heerst een continue bedreiging dat Basisschool X wordt ingehaald door de digitalisering. Het werken in een offline leeromgeving kan als achterhaald en omslachtig worden gezien. De inzet van ICT zou juist een sterke bijdrage kunnen leveren aan het ontwerpen van gepersonaliseerd onderwijs en tevens uitkomst kunnen bieden om de hoge kosten drukken. Is hierin een balans te vinden? Een mooie opdracht voor de MLI’er om te onderzoeken of het mogelijk is om het goede van deze twee werelden met elkaar te combineren.
Ook is de overstap van het huidige rapport naar individuele ontwikkelportfolio’s lastig te organiseren. Hoe worden de behaalde leerresultaten geregistreerd? De onderwijsinspectie dient een sterk controlerende rol te vervullen, door middel van het uitvoeren van accreditaties, om de kwaliteit van het primair onderwijs te kunnen waarborgen. Tenslotte kunnen ook de hoge huisvestingskosten een bedreiging vormen voor het offline onderwijs.

VERWERKING FEEDBACK
Mijn conceptversie heb ik afgelopen week mogen delen met Edwin Melis (Masterstudent MLI) en collega Jolande (groepsleerkracht en techniekcoördinator). De feedback die ik van deze personen heb mogen ontvangen, heeft me aangezet om de conceptversie verder uit te werken tot bovenstaand document. Om hiertoe te komen zijn er drie - op elkaar aansluitende - stappen gezet. In eerste instantie ben ik mijn analyse specifieker gaan toespitsen op de school waar ik momenteel werkzaam ben, waar ik in de vorige versie vrij algemeen ben gebleven. Kijkend naar ervaringen uit het heden ben ik een beeld gaan schetsen van 2032. Vervolgens heb ik een poging gewaagd om wat dieper in te gaan op wat deze manier van werken (offline <<>> tailormade) nu precies zou inhouden voor mijn collega’s en welke ondersteuning hiervoor nodig zou zijn. Een derde stap die door mij gezet is, is het verwerken van de taak van de MLI’er in het geheel. Wat zou ík, wetende wat er nog dient te gebeuren, concreet kunnen bijdragen en betekenen binnen deze ontwikkeling? Edwin en Jolande, DANK voor jullie tijd en betrokkenheid!

Uiteindelijk heeft de feedback van mijn gamemaster Sarah Bergsen geleid tot een derde versie van mijn SWOT-analyse. De kern van haar feedback was dat ik in mijn SWOT vooral de trends heb geanalyseerd i.p.v. mijn eigen organisatie. In deze versie heb ik daarom een poging gedaan om concreter uit te werken wat de ontwikkelingen zouden betekenen voor de organisatie waar ik momenteel werkzaam ben.


LITERATUUR

Blok, H., Ledoux, G., & Roeleveld, J. (2015). Opbrengstgericht werken in het primair onderwijs: een effectieve weg naar onderwijsverbetering? Pedagogische Studiën, 92, 167-178.

Deunk, M.I., Maslowski, R., Kuijk, M.F. van, & Doolaard, S. (2015). Scholen in verandering. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, GION.

Faber, M., Geel, M. van., Visscher, A. (2013). Digitale leerlingvolgsystemen als basis voor opbrengstgericht werken in het Primair Onderwijs. Enschede: Universiteit Twente.

Hargreaves, A. & Fullan, M. (2013). Professioneel Kapitaal. De transformatie van het onderwijs in elke school. Stichting Duurzaam Leren.

Janssens, F. J. (2008) Kijk op toetsen. Universiteit Twente.

Kohnstamm, P. (1963) Persoonlijkheid in wording (4de druk). Haarlem: Tjeenk Willink.

Marquenie, E., Opsteen, J. Brummelhuis, A. ten, Waals, J. van der (2014) Elk talent een kans. Verkenning van gepersonaliseerd leren met ICT. (onderzoeksnotitie ten behoeve van project Leerling 2020) In opdracht van Schoolinfo voor de VO-raad.

Mooij, T. (1991) Schoolproblemen van hoogbegaafde kinderen. Richtlijnen voor passend onderwijs. Muiderberg: Coutinho.

Mooij, T. (2016). Onderwijsdifferentiatie en leerlingproblemen in Nederland, 1916-2015: Review van probleemanalyses, onderzoeken en effecten van beleidsmaatregelen. Mens en Maatschappij, 91(3), 235-269.

Nijhof, W.J. (1981). Interne differentiatie als een innovatie. ’s-Gravenhage: Staatsuitgeverij.

Onderwijsraad (2014). Een eigentijds curriculum. Den Haag: Onderwijsraad

Platform Onderwijs 2032 (2015). Hoofdlijn advies: een voorstel. Gevonden op 7 oktober 2015 op http://onsonderwijs2032.nl/wp-content/uploads/2015/09/Hoofdlijn-advies-Een-voorstelOnderwijs2032.pdf

Reints, A. & Wilkens, H. (2012). Wat bepaalt de kwaliteit van digitaal leermateriaal. 4W, 1(1), 28.

Theisens, H. (2014). De toekomstbestendigheid van het Nederlandse Onderwijssysteem. Een startdossier: zes belangrijke trends, vijf risico’s en vier conclusies. Den Haag: Haagse Hogeschool.

Walraven, M., Kieft, M. & Broekman, L. (2011) Passend onderwijs aan leerlingen met gedragsproblemen. Ervaren docenten uit het voortgezet onderwijs aan het woord. Utrecht: Oberon

Geen opmerkingen:

Een reactie posten