INLEIDING
Deze SWOT-analyse is gericht op de school waar ik momenteel werkzaam ben, omschreven als Basisschool X, in relatie met het gekozen groepsscenario ‘Offline <<>> Tailormade’. De analyse is opgesteld door te denken in het jaar 2030, waarbij ervaringen uit het heden in acht zijn genomen. Binnen dit scenario wordt er bewust gekozen voor een offline leeromgeving, om middels fysiek en intensief contact met leerkracht en medeleerlingen de individualisering binnen de huidige maatschappij te voorkomen. Er is veel aandacht voor het aanleren van sociale- en culturele vaardigheden, mede omdat de dynamische arbeidsmarkt hier om vraagt (Onderwijsraad, 2014). Tevens kiest Basisschool X er voor om inclusief en passend onderwijs in de breedste zin van het woord te verzorgen (Platform Onderwijs 2032, 2014). Nijhof (1981) onderkent dat interne differentiatie, via leeftijdsselectie, de variatie in leerrelevante kenmerken tussen leerlingen in groepen kan maximaliseren. Dit maakt dat het onderwijs binnen Basisschool X individualistischer en meer flexibel wordt vormgegeven, tailormade!
STRENGTS
Deze SWOT-analyse is gericht op de school waar ik momenteel werkzaam ben, omschreven als Basisschool X, in relatie met het gekozen groepsscenario ‘Offline <<>> Tailormade’. De analyse is opgesteld door te denken in het jaar 2030, waarbij ervaringen uit het heden in acht zijn genomen. Binnen dit scenario wordt er bewust gekozen voor een offline leeromgeving, om middels fysiek en intensief contact met leerkracht en medeleerlingen de individualisering binnen de huidige maatschappij te voorkomen. Er is veel aandacht voor het aanleren van sociale- en culturele vaardigheden, mede omdat de dynamische arbeidsmarkt hier om vraagt (Onderwijsraad, 2014). Tevens kiest Basisschool X er voor om inclusief en passend onderwijs in de breedste zin van het woord te verzorgen (Platform Onderwijs 2032, 2014). Nijhof (1981) onderkent dat interne differentiatie, via leeftijdsselectie, de variatie in leerrelevante kenmerken tussen leerlingen in groepen kan maximaliseren. Dit maakt dat het onderwijs binnen Basisschool X individualistischer en meer flexibel wordt vormgegeven, tailormade!
STRENGTS
Het leerkrachtenteam van
Basisschool X is gemotiveerd en gedreven. De teamleden zijn enthousiast en
werken hard om middels krachtenbundeling de gestelde doelen te bereiken. Ook
wordt ouderparticipatie ingezet om synergie te creëren. De school maakt
onderdeel uit van Onderwijsstichting KempenKind. Binnen deze stichting zijn
veel getalenteerde leerkrachten werkzaam en het delen van elkaars expertise wordt
middels de KempenKindAcademy sterk bevorderd.
WEAKNESSES
Om de sterkten van de
organisatie daadwerkelijk te kunnen garanderen, dienen de
leerkrachtcompetenties op Basisschool X in kaart te worden gebracht. Want ondanks
dat de wil er is om onderwijs op maat te leveren, vraagt dit om specifieke
docentcompetenties (Walraven, Kieft & Broekman, 2011). De MLI’er speelt
hierin een rol als ‘teacher leader’. Hiermee krijgt de MLI’er de daadwerkelijke
bevoegdheid toegekend, om niet alleen uitvoerder van het proces, maar ook
mede-eigenaar van de ontwikkeling te worden (Hargreaves & Fullan, 2013). Klassenconsultaties
en intervisiebijeenkomsten worden ingezet om leerkrachtcompetenties in beeld te
brengen en hier gepaste acties op te ondernemen. Bijscholing, teambijeenkomsten
en coaching trajecten dragen bij aan de continue ontwikkeling van de onderwijsprofessionals
op Basisschool X. Leerkrachten hebben ondersteuning nodig om de overstap van
het rapport naar individuele ontwikkelportfolio’s gedegen uit te kunnen voeren.
Ook de huidige groepsgroottes vormen een belemmering om het tailormade
onderwijs vorm te kunnen geven.
OPPORTUNITIES
Door het realiseren van
passend onderwijs krijgt elke leerling optimale kansen om zijn of haar
kwaliteiten te ontwikkelen, waardoor individuele talenten beter zichtbaar
zullen worden. Dit biedt kansen voor de leerlingen om zichzelf door te
ontwikkelen, waarmee ze hun kansen kunnen vergroten binnen de dynamische
arbeidsmarkt (Onderwijsraad, 2014). Ook liggen er kansen binnen dit scenario om
de samenwerking met de omgeving aan te gaan, in de breedste zin van het woord. Op
lokaal en regionaal niveau kunnen er samenwerkingsverbanden worden opgericht met
instanties om het onderwijs in de offline leeromgeving zo betekenisvol mogelijk
te kunnen inrichten. De MLI’er kan worden gezien als een bruggenbouwer die
scholen en instanties met elkaar in verbinding brengt en hierdoor synergie weet
te creëren. Er wordt veel waarde gehecht aan intensief contact tussen docenten
en studenten onderling, waardoor socialisering plaats kan vinden.
THREATS
Er heerst een continue bedreiging dat Basisschool X wordt
ingehaald door de digitalisering. Het werken in een offline leeromgeving kan
als achterhaald en omslachtig worden gezien. De inzet van ICT zou juist een sterke
bijdrage kunnen leveren aan het ontwerpen van gepersonaliseerd onderwijs en
tevens uitkomst kunnen bieden om de hoge kosten drukken. Is hierin een balans
te vinden? Een mooie opdracht voor de MLI’er om te onderzoeken of het mogelijk
is om het goede van deze twee werelden met elkaar te combineren.
Ook is de overstap van het huidige rapport naar individuele ontwikkelportfolio’s lastig te organiseren. Hoe worden de behaalde leerresultaten geregistreerd? De onderwijsinspectie dient een sterk controlerende rol te vervullen, door middel van het uitvoeren van accreditaties, om de kwaliteit van het primair onderwijs te kunnen waarborgen. Tenslotte kunnen ook de hoge huisvestingskosten een bedreiging vormen voor het offline onderwijs.
Ook is de overstap van het huidige rapport naar individuele ontwikkelportfolio’s lastig te organiseren. Hoe worden de behaalde leerresultaten geregistreerd? De onderwijsinspectie dient een sterk controlerende rol te vervullen, door middel van het uitvoeren van accreditaties, om de kwaliteit van het primair onderwijs te kunnen waarborgen. Tenslotte kunnen ook de hoge huisvestingskosten een bedreiging vormen voor het offline onderwijs.
VERWERKING
FEEDBACK
Mijn conceptversie heb ik afgelopen week mogen delen met Edwin Melis (Masterstudent MLI) en collega Jolande (groepsleerkracht en techniekcoördinator). De feedback die ik van deze personen heb mogen ontvangen, heeft me aangezet om de conceptversie verder uit te werken tot bovenstaand document. Om hiertoe te komen zijn er drie - op elkaar aansluitende - stappen gezet. In eerste instantie ben ik mijn analyse specifieker gaan toespitsen op de school waar ik momenteel werkzaam ben, waar ik in de vorige versie vrij algemeen ben gebleven. Kijkend naar ervaringen uit het heden ben ik een beeld gaan schetsen van 2032. Vervolgens heb ik een poging gewaagd om wat dieper in te gaan op wat deze manier van werken (offline <<>> tailormade) nu precies zou inhouden voor mijn collega’s en welke ondersteuning hiervoor nodig zou zijn. Een derde stap die door mij gezet is, is het verwerken van de taak van de MLI’er in het geheel. Wat zou ík, wetende wat er nog dient te gebeuren, concreet kunnen bijdragen en betekenen binnen deze ontwikkeling? Edwin en Jolande, DANK voor jullie tijd en betrokkenheid!
Mijn conceptversie heb ik afgelopen week mogen delen met Edwin Melis (Masterstudent MLI) en collega Jolande (groepsleerkracht en techniekcoördinator). De feedback die ik van deze personen heb mogen ontvangen, heeft me aangezet om de conceptversie verder uit te werken tot bovenstaand document. Om hiertoe te komen zijn er drie - op elkaar aansluitende - stappen gezet. In eerste instantie ben ik mijn analyse specifieker gaan toespitsen op de school waar ik momenteel werkzaam ben, waar ik in de vorige versie vrij algemeen ben gebleven. Kijkend naar ervaringen uit het heden ben ik een beeld gaan schetsen van 2032. Vervolgens heb ik een poging gewaagd om wat dieper in te gaan op wat deze manier van werken (offline <<>> tailormade) nu precies zou inhouden voor mijn collega’s en welke ondersteuning hiervoor nodig zou zijn. Een derde stap die door mij gezet is, is het verwerken van de taak van de MLI’er in het geheel. Wat zou ík, wetende wat er nog dient te gebeuren, concreet kunnen bijdragen en betekenen binnen deze ontwikkeling? Edwin en Jolande, DANK voor jullie tijd en betrokkenheid!
Uiteindelijk heeft de feedback van mijn gamemaster Sarah Bergsen geleid tot een derde versie van mijn SWOT-analyse. De kern van haar feedback was dat ik in mijn SWOT vooral de trends heb geanalyseerd i.p.v. mijn eigen organisatie. In deze versie heb ik daarom een poging gedaan om concreter uit te werken wat de ontwikkelingen zouden betekenen voor de organisatie waar ik momenteel werkzaam ben.
LITERATUUR
Blok,
H., Ledoux, G., & Roeleveld, J. (2015). Opbrengstgericht
werken in het primair onderwijs: een effectieve weg naar onderwijsverbetering?
Pedagogische Studiën, 92, 167-178.
Deunk,
M.I., Maslowski, R., Kuijk, M.F. van, & Doolaard, S. (2015). Scholen in verandering. Groningen: Rijksuniversiteit
Groningen, GION.
Faber,
M., Geel, M. van., Visscher, A. (2013). Digitale
leerlingvolgsystemen als basis voor opbrengstgericht werken in het Primair
Onderwijs. Enschede: Universiteit Twente.
Janssens,
F. J. (2008) Kijk op toetsen.
Universiteit Twente.
Kohnstamm,
P. (1963) Persoonlijkheid in wording
(4de druk). Haarlem: Tjeenk Willink.
Marquenie,
E., Opsteen, J. Brummelhuis, A. ten, Waals, J. van der (2014) Elk talent een kans. Verkenning van
gepersonaliseerd leren met ICT. (onderzoeksnotitie ten behoeve van project
Leerling 2020) In opdracht van Schoolinfo voor de VO-raad.
Mooij,
T. (1991) Schoolproblemen van
hoogbegaafde kinderen. Richtlijnen voor passend onderwijs. Muiderberg:
Coutinho.
Mooij, T. (2016). Onderwijsdifferentiatie en leerlingproblemen in Nederland, 1916-2015:
Review van probleemanalyses, onderzoeken en effecten van beleidsmaatregelen.
Mens en Maatschappij, 91(3), 235-269.
Nijhof,
W.J. (1981). Interne differentiatie als
een innovatie. ’s-Gravenhage: Staatsuitgeverij.
Onderwijsraad
(2014). Een eigentijds curriculum.
Den Haag: Onderwijsraad
Platform
Onderwijs 2032 (2015). Hoofdlijn advies: een
voorstel. Gevonden op 7 oktober 2015 op
http://onsonderwijs2032.nl/wp-content/uploads/2015/09/Hoofdlijn-advies-Een-voorstelOnderwijs2032.pdf
Reints,
A. & Wilkens, H. (2012). Wat bepaalt
de kwaliteit van digitaal leermateriaal. 4W, 1(1), 28.
Theisens,
H. (2014). De toekomstbestendigheid van
het Nederlandse Onderwijssysteem. Een startdossier: zes belangrijke trends,
vijf risico’s en vier conclusies. Den Haag: Haagse Hogeschool.
Walraven,
M., Kieft, M. & Broekman, L. (2011) Passend onderwijs aan leerlingen met gedragsproblemen.
Ervaren docenten uit het voortgezet onderwijs aan het woord. Utrecht: Oberon
Geen opmerkingen:
Een reactie posten