De huidige exponentiele groei van technologische
mogelijkheden beïnvloeden de manier waarop we leren, werken en leven.
Hoogleraar Jan Rotmans haalt in zijn lezingen vaak aan dat we niet leven in een
tijdperk van veranderingen, maar in een verandering van tijdperk. In dit toekomstscenario
staat de trend ‘technologische ontwikkelingen’ centraal. In de vier kwadranten
wordt beschreven wat de invloed van technologische ontwikkelingen in de
toekomst kan betekenen voor het hoger beroepsonderwijs. Ieder kwadrant wordt
uitgewerkt aan de hand van de topics: onderwijsvorm, onderwijsinhoud, de
economische maatschappelijke ontwikkelingen.
De maatschappelijke opdracht die het hoger beroepsonderwijs
vervult staat centraal bij het uitwerken van de kwadranten. Daar waar het hoger
onderwijs altijd heeft opgeleid voor afgebakende banen treedt er nu (2017) een
verandering op, steeds meer banen in het middensegment verdwijnen (Rubens,
2016). De taak van het hoger beroepsonderwijs is om mensen te leren omgaan met
onzekerheden, risico’s en een leven lang leren. Daarnaast wordt er gesteld dat
het onderwijs bijdraagt aan het afleveren van bewuste burgers die gedurende hun
leven bijdragen aan ene betere wereld/maatschappij (hbo2025, 2015).
De technologische trend is vertaald naar de twee extremen:
online en offline. Daarnaast worden de extremen ‘one size fits all & tailor
made’ in relatie tot onderwijsaanbod tegenover elkaar gezet. In eerste
instantie lijken deze extremen erg voor de hand liggend en niet erg disruptief.
Echter ben ik van mening dat het hoger beroepsonderwijs de komende jaren binnen
deze extremen een disruptieve metamorfose zal ondergaan in de vormen van
onderwijsaanbod om te kunnen voldoen aan de dynamische arbeidsmarkt en maatschappij.
Context
Momenteel (2030) is er slechts een selecte groep mensen die
betaald voor hbo onderwijs. Dit heeft te maken met economische en
maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen 15 jaar. De beslissing om in
2016 de basisbeurs af te schaffen voor studenten heeft twee ingrijpende
uitkomsten in de hand gewerkt. De eerste is dat afgestuurde studenten relatief
verouderde curricula hadden doorgewerkt waardoor zij uiteindelijk met een
relatief ‘ongewild’ diploma op de markt terecht kwamen. Doordat in hun
studietijd de banen en de daarbij behorende competentie-set disruptief
veranderden betraden zij met een behoorlijke studieschuld de arbeidsmarkt
zonder daar een baan te kunnen vinden. De tweede uitkomst is dat zittend
personeel vanaf 2016 geen gebruik heeft gemaakt van de onderwijsprogramma’s die
hogescholen aanboden. Dit omdat hun werkgever deze programma’s niet vond
aansluiten op de snel veranderende behoefte en zij relatief duur waren in
vergelijking met het andere aanbod vanuit Open Education (Schuwer, 2016)
Scenario 1: offline/tailor made
De lerende die momenteel betaald voor de blend van
face-to-face onderwijs en online onderwijs volgt verschillende modules die zijn
afgestemd op zijn persoonlijke leervraag. Er wordt geleerd in multidisciplinaire
leernetwerken die gezamenlijk aan gecombineerde ‘outcomes’ werken.
De leerervaringen worden gedeeld zodat ieder individu de
projectervaringen terugbrengt naar de onderneming waar hij voor werkt. Het
sociale aspect van leren is erg belangrijk en dat wordt gefaciliteerd in
verschillende fysieke pop-up locaties die dichtbij of in de onderwijspraktijk
staan. Deze lerende heeft een persoonlijke coach bij de hbo-instelling die een
leven lang aan hem is gekoppeld. De rol van de instelling is om mensen bij
elkaar te blijven brengen en ondanks culture verschillen samen fysiek een leven
lang te laten leren. Hij heeft een betaald account bij de onderwijsinstelling
dat hetzelfde werkt als de streaming muziekdienst Spotify (Vullings, 2015). Met
het gratis abonnement heeft de lerende zijn hele leven lang toegang tot een dynamisch
specifiek aanbod van gratis online cursussen. Bij duurdere abonnementen betaald
de lerende extra zodat hij zijn leerproces kan versnellen of uitkomsten kan laten
examineren (Dreambox, 2016).
De betalende mensen kunnen in de pop-up locaties ook gebruik
maken van alle technologie die het mogelijk maakt om te ‘prototypen’. Denk
hierbij aan alles dat te maken heeft met rapid-manufacturing) en de nieuwste
nano-apparatuur die het mogelijk maakt om bijvoorbeeld DNA te scannen en te
printen. Doordat dit beschikbaar is kan de community ook bijdragen aan continue
vooruitgang op de Global Challenges die we als wereldbevolking in de ogen
kijken.
Door Internet of Things (Westera, 2012) is het mogelijk dat
de lerende gedurende zijn dagelijkse werkzaamheden allerlei data produceert die
opgeslagen wordt in zijn persoonlijke profiel. Zodra hij de pop-up locatie
binnenkomt is de data uitgelezen en is duidelijk wat de laatste update is met
betrekking tot vooruitgang op de persoonlijke leervraag. Gedurende het
face-to-face onderwijs wordt er geen gebruik gemaakt van technologie. De nadruk
ligt op het delen van informatie in de groep en het discussiëren van
oplossingen waarna alle aanwezige hersencapaciteit wordt aangesproken om
oplossingen te bedenken.
Scenario 2: offline/one size fits all
Er zijn een aantal overkoepelende product-producerende
bedrijven in Nederland die een nauwe samenwerking zijn aangegaan (Rubens, 2016)
met de overheid op het gebied van onderwijs. In plaats van het oprichten van
bedrijfsscholen zijn zij gegaan voor een gezamenlijk aanbod van basiskennis en
vaardigheden in relatie tot de banen die zij aanbieden.
Het netwerk van de scholen is zo ingericht dat men in het
hele land terecht kan in kleine conference room bij de bedrijven. Hier kan men
via een vaste cyclus lessen volgen die direct worden afgerond met een toets of
assessment. De lerende heeft een online-portfolio dat een aantal punten
vertegenwoordigd, deze moet hij up-to-date houden want als hij onder een
bepaald aantal punten zakt dan mag hij zijn werkzaamheden niet uitvoeren voor
zijn werkgever. De economische toestand zorgt ervoor dat mensen blij zijn met
werk waarvoor geen hoge en dure diploma’s nodig zijn. Het aanbod van de lessen
wordt samengesteld aan de hand van big-data (Timmer & Vermeent, 2015) die
uit het productieproces wordt gehaald. Hierdoor kunnen medewerkers steeds beter
‘updates’ krijgen die een directe invloed hebben op goedkoper produceren.
Gedurende de offline lessen wordt veel gebruik gemaakt van voorgeprogrammeerde
onderwijsrobots die door artificial intelligence de lerende ondersteund
gedurende zijn leerproces.
Scenario 3: online/one size fits all
De lerende staat ingeschreven bij een onderwijsinstelling
die online onderwijs aanbied. Het aanbod van open online courses bij deze
instelling is gigantisch. De online identiteit van de lerende geeft advies aan
zowel het bedrijf waar hij werkt als aan de onderwijsinstelling welke cursus
hij het beste kan volgen. Wanneer de lerende heeft gekozen voor een strak
georganiseer onderwijsprogramma worden de wearables die de lerende bij zich
draagt gebruikt (Manderveld, 2016). Deze geven aan wanneer en waar moet
inloggen om lessen of coaching te volgen.
Er zijn virtuele leslokalen ingericht waarin lerenden elkaar
online ontmoeten, men is allemaal bezig met het publiceren van praktijk
ervaringen. Er worden leerlijnen aangeboden die tot een bepaalde bevoegdheid
leiden. Educational partners (Kan. Et Al, 2015) van de onderwijsinstelling
hebben online toegang tot het studentenbestand zodat zij de online identiteit
kunnen koppelen aan uitdagingen die zij binnen hun bedrijf hebben.
Gedurende het leren wordt veel gebruik gemaakt van virtual
reality (Gregory. Et al, 2016) waarbij lerenden in uitdagende situaties worden
gezet zodat zij ervaring opdoen met wat straks in de werkelijkheid kan
gebeuren. Door deze ervaringen te delen werkt de lerende mee aan een online
database en betaald hij met sociaal kapitaal voor zijn eigen leerproces. Dat
betekent dat een leven lang leren mogelijk is voor iedereen, alleen het
transferen van een afgeronde module naar de online identiteit kost geld.
Scenario 4:online/tailor made
Je bent een lerende als een nomade, je hoeft niet veel geld
te hebben om onderscheidend te zijn op de arbeidsmarkt (Hegarty, 2015). Er zijn
diverse mogelijkheden om on-the-job te leren, de talenten en krachten die je
van nature bezit zet je in om anderen te helpen en om een ‘challenge’ aan te
gaan. Wanneer je ondersteuning in de vorm van verdieping, coaching of andere
pedagogische/didactische kwaliteiten nodig hebt dan kun je die via een ‘alert’
aangeven op het online platform. Bij gebruik betaal je voor wat je gebruikt of
je kiest ervoor om ‘ruilhandel’ toe te passen. Wanneer je meer brengt dan haalt
krijg je zogenaamde ‘educoins’ uitgereikt die net als de bitcoin een waarde
bevatten binnen het online platform. De onderwijsinstellingen gericht op hbo
denk en werkwijze zijn ontmanteld, er is een zelfreinigend systeem opgezet wat
in de basis heel erg lijkt op een combinatie van Airbnb en Uber (Vullings,
2015). Wanneer je als lerende, coach en/of expert niet de kwaliteit levert die
is afgesproken dan is dat transparant en zichtbaar op het online open pedogogy
platform.
Als lerende kun je overal ter wereld onderwijs volgen dat
bijdraagt aan het upgraden van jouw menselijke status. Denk hierbij aan
kunstmatige intelligentie (Kosters, 2016) die als wearable in je lichaam is
geïmplementeerd. Gebaseerd op het abonnement bij de Dollar Shave club krijgt je
kunstmatige brein iedere twee weken een update. Door de ontmanteling van het
onderwijs zit je als persoon niet langer vast aan een fysieke locatie voor meer
dan vier jaar. Je leert fysiek op een explorerende manier en daar waar jouw
talenten en specifieke skills de meeste impact hebben. Doordat jouw online en
fysieke omgeving (stakeholders) de mogelijkheid hebben om jouw digitale badges
(Detering. Et al, 2011) uit te reiken is jouw online identiteit belangrijker (Huizer,
2016) in relatie tot het verwerven van nieuwe leertaken dan jouw fysieke
lichaam. Deze badges zijn microdentials (European Commission, 2016) die elkaar
versterken en uiteindelijk de kracht en talenten van jouw als persoon
weergeven. In de bedrijfswereld betaald men salaris op basis van
impact-analytics. Deze analytics zijn een afspiegeling van het geanalyseerde
big-data welke in relatie staan met vaardigheden rondom problem-solving,
divergeren & convergeren (OECD, 2013) en analytisch en evaluatief
denkvermogen.
Bronnen
De beschreven scenario’s zijn mede tot stand gekomen door
dialogen met futurist Yori Kamphuis en cross-industry expert Ramon Vullings.
Zie gesprek 1 & gesprek 2 Daarnaast heb ik documentaires over
de toekomst (van het onderwijs) gekeken varierend van korte TEDtalks tot langdurige
diepgaande toelichtingen.
- - Detering, S., Dixon, D., Khaled, R. & Nacke, L. (2011). From Game Design Elements to Gamefulness Defining ‘Gamification’
- - Dreambox (2016) Adaptive learning
- - European commission (2015) Validation of non-formal MOOC-based learning
- - Gregory, S., Lee, M.J.W., Dalgarno, B., and Tynan, B. (2016) Learning in Virtual Worlds. Research and Applications
- - #HBO2015, wendbaar & weerbaar (2015), Vereninging Hogescholen
- - Hegarty, B. (2015). Attritbutes of Open Pedagogy: a model for using open educational resources
- - Huizer, E,. (2016) Who are you in cyberspace?
- - Kosters, W. (2016) Kunstmatige intelligentie
- - Manderveld, J. (2016) Het learning analytics-experiment van SURFnet
- - OECD. (2013). Trends Shaping Education 2013, (Vol. OECD Publishing). Paris: OECD Publishing.
- - Rubens, W. (2016) Trendrapport SURFnet, hoe technologische trends onderwijs op maat mogelijk maken
- - Timmer, J.W, Vermeent, W. (2015) Internet of Things
- - Vullings, R., (2015) Not Invented Here, cross industry innovation. BIS Publishers BV
- - Westera, W. (2012). The Digital Turn: How the Internet Transforms Our Existence. AuthorHouse.
-
Hoi Jochem,
BeantwoordenVerwijderenJe bent op de goede weg en hebt al vier mooie scenario's uitgewerkt. Je gebruikt literatuur ter onderbouwing. Probeer de scenario's meer te beschrijven vanuit de methode van back-casting, dat zie ik nu niet terug in je scenario's. Ook valt me op dat scenario 4 meer voelt als toekomst dan de overige scenario's. Probeer alle scenario's vanuit de toekomst uit te werken en verder te denken dan wat er al bestaat. Zoek daarbij de grenzen van de maatschappelijke opdracht op.
Vergeet ook niet je peers om feedback te vragen!
Sarah offers you her congratulations for a job well done.
Fijne vakantie!